Maart
zaterdag 1 maart
Die hoop loopt niet op een teleurstelling uit. — Rom. 5:5.
De nieuwe wereld is er nog niet. Maar denk eens aan dingen die er wel zijn, zoals de sterren, de bomen, de dieren en de mensen. Niemand twijfelt eraan dat ze echt bestaan, ook al was er een tijd dat ze niet bestonden. Ze zijn er omdat Jehovah ze heeft geschapen (Gen. 1:1, 26, 27). Jehovah heeft ook beloofd een nieuwe wereld te creëren. Hij zal die belofte waarmaken. In de nieuwe wereld zullen mensen een perfecte gezondheid hebben en eeuwig leven. Op Gods vastgestelde tijd zal de nieuwe wereld net zo echt worden als de dingen die we nu om ons heen zien (Jes. 65:17; Openb. 21:3, 4). Tot het zover is moeten we doen wat we kunnen om ons geloof te versterken. Mediteer over de waarde van de losprijs. Denk na over Jehovah’s macht. En vul je leven met geestelijke activiteiten. Als je die dingen doet, kun je behoren tot degenen ‘die dankzij geloof en geduld de beloften erven’ (Hebr. 6:11, 12). w23.04 31 ¶18-19
zondag 2 maart
Ik heb je toch gezegd dat je de glorie van God zou zien als je zou geloven? — Joh. 11:40.
Jezus kijkt omhoog en bidt hardop. Hij wil Jehovah alle eer geven voor wat er gaat gebeuren. Daarna roept hij: ‘Lazarus, kom naar buiten!’ (Joh. 11:43) En dan komt Lazarus naar buiten! Jezus heeft zojuist gedaan wat sommigen voor onmogelijk hielden. Het verslag in Johannes 11 kan je geloof in de opstanding versterken. Denk eens aan Jezus’ belofte aan Martha: ‘Je broer zal opstaan’ (Joh. 11:23). Net als zijn Vader kan en wil Jezus doen wat hij heeft beloofd. Zijn tranen laten zien dat hij de dood en het verdriet dat erdoor wordt veroorzaakt heel graag ongedaan wil maken. En op het moment dat Lazarus het graf uit kwam, bewees Jezus dat hij de doden kan opwekken. Denk ook aan wat Jezus tegen Martha zei in de tekst voor vandaag. We hebben goede redenen om te geloven dat God zijn belofte om de doden op te wekken zal nakomen. w23.04 11-12 ¶15-16
maandag 3 maart
Jehovah is dicht bij iedereen die hem aanroept, iedereen die hem aanroept in oprechtheid. — Ps. 145:18.
Soms moet je veranderen waar je om bidt naarmate je beter gaat inzien wat Jehovah’s wil is. Het is goed om te bedenken dat Jehovah een doel heeft dat hij zal realiseren volgens zijn tijdschema. Zo is hij van plan voorgoed en volledig een eind te maken aan alle problemen die nu zo veel ellende veroorzaken, zoals natuurrampen, ziekten en de dood. Jehovah zal zijn Koninkrijk gebruiken om dat doel te bereiken (Dan. 2:44; Openb. 21:3, 4). Maar tot die tijd staat hij toe dat Satan over de wereld heerst (Joh. 12:31; Openb. 12:9). Als Jehovah alle problemen van mensen nu al zou oplossen, kan het lijken alsof Satan succes heeft met zijn bestuur. Hoewel de vervulling van bepaalde beloften nog op zich laat wachten, wil dat niet zeggen dat Jehovah ons aan ons lot overlaat. Jehovah zal ons te hulp komen. w23.05 8 ¶4; 9-10 ¶7-8
dinsdag 4 maart
Weet hoe je iedereen moet antwoorden. — Kol. 4:6.
Hoe kun je mensen helpen hun voordeel te doen met het Avondmaal? Om te beginnen kun je ze uitnodigen. Nodig niet alleen mensen uit die je gewoon in de dienst treft, maar denk ook aan bekenden, zoals collega’s, klasgenoten en familieleden. Als je niet genoeg uitnodigingen hebt, zou je een link naar de elektronische versie met ze kunnen delen. Wie weet hoeveel mensen er zullen reageren! (Pred. 11:6) Houd er rekening mee dat de mensen die je uitnodigt misschien vragen hebben, vooral als ze nog nooit op een van onze bijeenkomsten zijn geweest. Probeer te bedenken welke vragen ze kunnen hebben en bereid een antwoord voor. Mensen die voor het eerst het Avondmaal hebben bijgewoond zouden na afloop nog vragen kunnen hebben. Doe voor, tijdens en na het Avondmaal je uiterste best om personen met ‘de goede instelling’ te helpen er hun voordeel mee te doen (Hand. 13:48). w24.01 11 ¶13; 12-13 ¶15-16
woensdag 5 maart
Jullie zijn een nevel, die even verschijnt en dan weer verdwijnt. — Jak. 4:14.
In de Bijbel staan acht verslagen van mensen die tot leven op aarde zijn gewekt. Je zou van elk verslag een grondige studie kunnen maken. Kijk welke lessen je eruit kunt halen. Denk erover na hoe elk voorbeeld laat zien dat Jehovah de doden kan en wil opwekken. En sta vooral stil bij de belangrijkste opstanding, die van Jezus. Vergeet niet dat zijn opstanding door honderden ooggetuigen is bevestigd en je een stevige basis voor geloof geeft (1 Kor. 15:3-6, 20-22). Wat zijn we Jehovah dankbaar dat hij heeft beloofd mensen uit de dood op te wekken! Je kunt er zeker van zijn dat die belofte uitkomt, want Jehovah kan en wil graag doen wat hij heeft beloofd. Wees dus vastbesloten je geloof in die geweldige hoop steeds sterker te maken. Op die manier groei je steeds dichter naar de God toe die in feite elk van ons belooft: ‘Je dierbaren zullen opstaan!’ (Joh. 11:23) w23.04 8 ¶2; 12 ¶17; 13 ¶20
donderdag 6 maart
Wandel bescheiden met je God! — Micha 6:8.
Bescheidenheid en nederigheid liggen qua betekenis dicht bij elkaar. Bescheiden ben je als je niet te veel van jezelf denkt en weet wat je beperkingen zijn. Nederig ben je als je anderen respecteert en belangrijker vindt dan jezelf (Fil. 2:3). Iemand die bescheiden is, is over het algemeen ook nederig. Gideon was een nederige, bescheiden man. Toen Jehovah’s engel hem vertelde dat hij was uitverkoren om Israël te bevrijden van de machtige Midianieten, zei hij nederig: ‘Mijn familie is de onbelangrijkste van Manasse, en ik heb niets te vertellen in het huis van mijn vader’ (Recht. 6:15). Gideon voelde zich ongeschikt voor de opdracht, maar Jehovah wist dat hij het kon. Met Jehovah’s hulp voerde hij zijn taak goed uit. Ouderlingen doen hun best om in alles bescheiden en nederig te zijn (Hand. 20:18, 19). Ze scheppen niet op over hun capaciteiten of prestaties maar raken ook niet van slag door hun gebreken of fouten. w23.06 3 ¶4-5
vrijdag 7 maart
Hij zal jouw kop verbrijzelen. — Gen. 3:15.
Het verbrijzelen van Satans kop ligt nog minstens 1000 jaar in de toekomst (Openb. 20:7-10). Maar de Bijbel onthult nog veel meer over wat er zal gebeuren. Eerst zullen de volken ‘vrede en veiligheid’ aankondigen (1 Thess. 5:2, 3). ‘Plotseling’ zal de grote verdrukking beginnen wanneer de volken alle valse religie aanvallen (Openb. 17:16). Daarna zal Jezus mensen oordelen en de schapen van de bokken scheiden (Matth. 25:31-33, 46). Maar Satan zal niet stilzitten. In zijn haat zal hij een coalitie van landen, in de Bijbel Gog van het land Magog genoemd, ertoe aanzetten Jehovah’s volk aan te vallen (Ezech. 38:2, 10, 11). Op een gegeven moment worden de overgebleven gezalfden in de hemel bijeengebracht om met Christus en zijn hemelse troepen mee te strijden in de oorlog van Armageddon, de grootse finale van de grote verdrukking (Matth. 24:31; Openb. 16:14, 16). Dan zal Christus duizend jaar over de aarde gaan regeren (Openb. 20:6). w23.10 20-21 ¶9-10
zaterdag 8 maart
Uw dienaar heeft al van jongs af aan ontzag voor Jehovah. — 1 Kon. 18:12.
Veel broeders en zusters wonen in een land waar ons werk verboden is. Ze tonen gepast respect voor de autoriteiten maar geven net als Obadja aan Jehovah wat hem toekomt: volledige toewijding (Matth. 22:21). Ze tonen ontzag voor Jehovah door hem meer te gehoorzamen dan mensen (Hand. 5:29). Ze blijven het goede nieuws prediken en komen in het geheim samen (Matth. 10:16, 28). Ze proberen erop toe te zien dat hun broeders en zusters het onmisbare geestelijke voedsel krijgen. Neem het voorbeeld van Henri, die in een land in Afrika woont waar ons werk een tijdlang verboden was. Tijdens het verbod bood Henri zich aan om geestelijk voedsel naar zijn broeders en zusters te brengen. Hij schreef: ‘Ik ben van nature best verlegen. Dus ik weet gewoon zeker dat het m’n diepe respect voor Jehovah was dat me de moed gaf die ik nodig had.’ Zou jij in zo’n situatie net zo moedig kunnen zijn als Henri? Dat kan als je genoeg ontzag voor Jehovah hebt. w23.06 16 ¶9, 11
zondag 9 maart
Door één mens is de zonde in de wereld gekomen. — Rom. 5:12.
Toen Adam en Eva in opstand kwamen, leek het misschien alsof Satan Gods doel om de aarde te vullen met volmaakte, gehoorzame mensen had gedwarsboomd. Misschien dacht hij dat Jehovah nog maar weinig opties had. Eén optie was Adam en Eva te doden en een ander volmaakt paar te scheppen om zijn doel met de mens te bereiken. Maar als Jehovah dat had gedaan, zou de Duivel hem ervan hebben beschuldigd een leugenaar te zijn. Waarom? Omdat Jehovah volgens Genesis 1:28 tegen Adam en Eva had gezegd dat hun nageslacht de aarde zou vullen. Of misschien dacht Satan dat Jehovah Adam en Eva zou toestaan kinderen te krijgen die nooit de volmaaktheid zouden kunnen bereiken (Pred. 7:20; Rom. 3:23). En dan kon hij Jehovah ervan beschuldigen te hebben gefaald. Waarom? Omdat Jehovah met die optie zijn doel — de aarde vullen met volmaakte, gehoorzame nakomelingen van Adam en Eva — niet zou bereiken. w23.11 6 ¶15-16
maandag 10 maart
Ga niet buiten de dingen die geschreven staan. — 1 Kor. 4:6.
Jehovah geeft ons duidelijke richtlijnen via zijn Woord en via zijn organisatie. Er is geen reden om daar iets aan toe te voegen (Spr. 3:5-7). Ga dus niet buiten wat in de Bijbel geschreven staat en leg anderen geen regels op voor dingen die persoonlijk zijn. Satan misleidt en verdeelt mensen met ‘bedrieglijke, holle ideeën gebaseerd op (...) de basisprincipes van de wereld’ (Kol. 2:8). In de eerste eeuw waren dat filosofieën gebaseerd op menselijke denkbeelden, on-Bijbelse Joodse leringen en de leer dat christenen naar de wet van Mozes moesten leven. Die gedachten waren misleidend omdat ze de aandacht afleidden van de ware Bron van wijsheid, Jehovah. Tegenwoordig verspreidt Satan in de media en online complottheorieën en nepnieuws dat zelfs door politici wordt gepromoot. w23.07 16 ¶11-12
dinsdag 11 maart
Hoe groot zijn uw werken, Jehovah! Hoe diep zijn uw gedachten! — Ps. 92:5.
Satan moet met stomheid geslagen zijn toen hij erachter kwam wat Jehovah’s oplossing voor de opstand was. Jehovah stond Adam en Eva toe kinderen te krijgen, waardoor hij bewees geen leugenaar te zijn. En hij bewees dat zijn doel niet zou falen door in een ‘nageslacht’ te voorzien dat gehoorzame nakomelingen van Adam en Eva zou redden (Gen. 3:15; 22:18). Satan moet verbijsterd zijn geweest door Jehovah’s losprijsregeling! Waarom? Omdat die regeling gebaseerd is op onzelfzuchtige liefde (Matth. 20:28; Joh. 3:16). En die eigenschap zit niet in zijn egoïstische karakter. Wat zal er gebeuren dankzij de losprijsregeling? Tegen het eind van het Millennium zal een paradijselijke aarde bewoond zijn door volmaakte, gehoorzame nakomelingen van Adam en Eva — precies zoals Jehovah oorspronkelijk had bedoeld. w23.11 6 ¶17
woensdag 12 maart
God zal oordelen. — Hebr. 13:4.
We houden ons aan Jehovah’s wet over de heiligheid van bloed. Waarom? Omdat Jehovah zegt dat bloed het leven vertegenwoordigt, en dat is een kostbaar geschenk van hem (Lev. 17:14). Toen Jehovah de mensen voor het eerst toestond vlees te eten, zei hij dat ze het bloed niet mochten eten (Gen. 9:4). Hij herhaalde dat gebod toen hij de Israëlieten de wet van Mozes gaf (Lev. 17:10). En in de eerste eeuw liet hij het besturende lichaam de richtlijn overbrengen dat alle christenen zich moesten ‘onthouden (...) van bloed’ (Hand. 15:28, 29). Wij houden vast aan dat gebod als we beslissingen nemen op medisch gebied. We houden ons ook strikt aan Jehovah’s hoge morele normen. Paulus geeft de raad je aardse lichaamsdelen te ‘doden’. Met die beeldspraak maakt hij duidelijk dat je drastische maatregelen moet nemen om verkeerde verlangens te elimineren. We zullen daarom niets bekijken of doen dat tot seksuele immoraliteit kan leiden (Kol. 3:5; Job 31:1). w23.07 15 ¶5-6
donderdag 13 maart
Uiteindelijk vertelde hij haar alles. — Recht. 16:17.
Was Simson zo verblind door liefde dat hij niet doorhad wat Delila van plan was? Ze bleef er bij Simson op aandringen te verklappen waar zijn kracht vandaan kwam. Uiteindelijk zwichtte hij. Helaas liet Simson zich in een situatie manoeuvreren waardoor hij tijdelijk zijn kracht en Jehovah’s goedkeuring kwijtraakte (Recht. 16:16-20). Simson moest de tragische gevolgen ondervinden van zijn keuze Delila te vertrouwen in plaats van Jehovah. De Filistijnen grepen hem en maakten hem blind. Hij werd gevangengezet in Gaza. Ze maakten hem tot een slaaf die graan moest malen. Daarna werd hij vernederd toen de Filistijnen bij elkaar waren voor een feest. Ze brachten een groot offer aan hun god Dagon, alsof hij Simson aan ze had uitgeleverd. Ze haalden Simson uit de gevangenis ‘om hen te vermaken’ op het feest — zodat ze eens om hem konden lachen (Recht. 16:21-25). w23.09 5-6 ¶13-14
vrijdag 14 maart
Houd rekening met wat volgens de mensen goed is. — Rom. 12:17.
Krijg je weleens vragen van collega’s of klasgenoten over bepaalde morele kwesties? Ongetwijfeld doe je dan je best om je Bijbelse overtuiging te verdedigen en tegelijk de mening van de ander te respecteren (1 Petr. 3:15). Wat vaak helpt, is de vraag niet te zien als een aanval of als kritiek. Bezie het als een kans om erachter te komen wat iemand belangrijk vindt. Wat ook de reden is voor een vraag of opmerking, het is altijd goed zachtaardig en vriendelijk te reageren. Dat kan iemand aan het denken zetten over zijn eigen standpunt. Stel dat een collega je vraagt waarom je geen verjaardagen viert. Vraag je af wat erachter kan zitten. Denkt hij misschien dat we geen plezier mogen hebben? Je kunt hem misschien geruststellen door te zeggen dat je zijn collegiale houding waardeert. Dat kan de weg vrijmaken voor een ontspannen gesprek over de Bijbelse kijk op verjaardagen. w23.09 17 ¶10-11
zaterdag 15 maart
Jullie moeten oppassen dat je je niet met hen laat meeslepen door de zonde van wetteloze personen en zo zelf je standvastigheid verliest. — 2 Petr. 3:17.
Wat is het een voorrecht de resterende tijd te gebruiken om tot mensen overal op aarde te prediken! Petrus geeft de raad aan Jehovah’s dag te ‘blijven denken’ (2 Petr. 3:11, 12). Hoe doe je dat? Mediteer als het kan elke dag over het mooie leven in de nieuwe wereld. Visualiseer dat je schone lucht inademt, gezond voedsel eet, familie en vrienden in de armen valt als ze uit de dood terugkomen en mensen die eeuwen geleden leefden leert hoe Bijbelprofetieën zijn vervuld. Als je zo mediteert, zul je naar die tijd blijven uitkijken en voorkom je dat je onverschillig wordt. Omdat je ‘dat van tevoren weet’ over je toekomst, zul je je niet door valse leraren ‘laten meeslepen’. w23.09 27 ¶5-6
zondag 16 maart
Gehoorzaam je ouders in eendracht met de Heer, want dat is rechtvaardig. — Ef. 6:1.
Tegenwoordig zijn veel kinderen ‘ongehoorzaam aan ouders’ (2 Tim. 3:1, 2). Waarom willen ze vaak niet luisteren? Sommige vinden het niet eerlijk dat hun ouders zelf niet doen wat ze van hun kinderen vragen. Andere vinden het advies van hun ouders niet van deze tijd, lastig of te beperkend. Heb jij dat gevoel ook weleens? Als je nog jong bent, kan het best moeilijk zijn te doen wat in de tekst voor vandaag staat. Wat kan je daarbij helpen? Het beste voorbeeld van gehoorzaamheid is Jezus (1 Petr. 2:21-24). Hoewel hij volmaakt was, waren zijn ouders dat niet. Toch eerde hij zijn ouders, ook al maakten ze fouten en begrepen ze hem soms verkeerd (Ex. 20:12). w23.10 7 ¶4-5
maandag 17 maart
Het eerdere gebod wordt afgeschaft omdat het zwak is en geen nut heeft. — Hebr. 7:18.
Paulus legde uit dat de offers die de wet voorschreef zonde niet volledig konden wegnemen. Om die reden was de wet ‘afgeschaft’. Vervolgens leerde hij zijn Hebreeuwse broeders en zusters enkele diepere waarheden. Hij herinnerde ze aan ‘een betere hoop’, gebaseerd op het offer van Jezus, die ze kon helpen ‘dichter bij God te komen’ (Hebr. 7:19). Paulus legde ze uit waarom de christelijke manier van aanbidden veel beter was dan de Joodse. Hij zei over de Joodse aanbidding: ‘Die dingen zijn een schaduw van toekomstige dingen, maar de werkelijkheid is de Christus’ (Kol. 2:17). Een schaduw is maar een vage aftekening van het echte voorwerp. Zo was ook de Joodse vorm van aanbidding maar een schaduw van de werkelijkheid die zou komen. We moeten begrijpen welke regeling Jehovah voor ons heeft getroffen waardoor onze zonden kunnen worden vergeven en we hem op een aanvaardbare manier kunnen aanbidden. w23.10 25 ¶4-5
dinsdag 18 maart
In de tijd van het einde zal de koning van het zuiden met hem in botsing komen. De koning van het noorden zal op hem afstormen. — Dan. 11:40.
Daniël 11 gaat over twee koningen, oftewel politieke machten, die met elkaar strijden om wereldoverheersing. Als je deze profetie met andere profetieën in de Bijbel vergelijkt, dan wordt duidelijk dat ‘de koning van het noorden’ nu Rusland en zijn bondgenoten is en ‘de koning van het zuiden’ de Engels-Amerikaanse wereldmacht. De koning van het noorden vervolgt aanbidders van God die in zijn domein wonen. Sommige Getuigen zijn vanwege hun geloof geslagen en in de gevangenis gegooid. Maar wat de koning van het noorden doet intimideert ze niet. Het versterkt juist hun geloof. Waarom? Omdat ze weten dat de vervolging van Gods volk een vervulling is van de profetie in Daniël (Dan. 11:41). Ook jij kunt dankzij die kennis een sterke hoop hebben en Jehovah trouw blijven. w23.08 11 ¶15-16
woensdag 19 maart
Wie aan jullie komt, komt aan mijn oogappel. — Zach. 2:8.
Omdat Jehovah van je houdt, voelt hij je emoties heel goed aan en wil hij je graag beschermen. Als je pijn hebt, voelt hij ook pijn. Daarom kun je terecht bidden: ‘Bescherm me als uw oogappel’ (Ps. 17:8). Het oog is een gevoelig en kostbaar deel van het lichaam. Dus als Jehovah ons vergelijkt met zijn oogappel, is het alsof hij zegt: wie aan mijn volk komt, komt aan iets dat me heel dierbaar is. Jehovah wil dat je ervan overtuigd bent dat hij van jou persoonlijk houdt. Maar hij weet ook dat je door ervaringen uit het verleden kunt twijfelen aan zijn liefde. Misschien maak je nu iets mee dat je vertrouwen in Jehovah’s liefde op de proef stelt. Wat zal je vertrouwen versterken? Denk erover na hoe Jehovah uiting geeft aan zijn liefde voor Jezus, de gezalfden en ons allemaal. w24.01 27 ¶6-7
donderdag 20 maart
De hand van onze God was op ons en hij beschermde ons onderweg tegen vijanden. — Ezra 8:31.
Ezra had gezien hoe Jehovah zijn volk in moeilijke tijd steunde. Hij woonde waarschijnlijk in Babylon toen jaren eerder, in 484 v.Chr., koning Ahasveros een besluit uitvaardigde om de Joden in het hele Perzische Rijk uit te roeien (Esth. 3:7, 13-15). Hoe reageerden Ezra en de andere Joden op het dreigende gevaar? ‘In elke provincie’ gingen ze vasten en rouwen, waarbij ze ongetwijfeld Jehovah om hulp vroegen (Esth. 4:3). Stel je voor hoe ze zich hebben gevoeld toen de rollen werden omgedraaid en degenen die de Joden wilden uitroeien zelf werden gedood! (Esth. 9:1, 2) Wat Ezra in die moeilijke tijd meemaakte, heeft hem misschien voorbereid op latere beproevingen. En het heeft hem waarschijnlijk meer vertrouwen gegeven in Jehovah’s vermogen om zijn volk te beschermen. w23.11 17 ¶12-13
vrijdag 21 maart
David noemt de mens gelukkig aan wie God rechtvaardigheid toerekent los van de werken. — Rom. 4:6.
Paulus sprak vooral over ‘werken van de wet’, de wet die Mozes op de berg Sinaï kreeg (Rom. 3:21, 28). Het lijkt erop dat in Paulus’ tijd sommige Joodse christenen het moeilijk vonden te accepteren dat de wet van Mozes was afgeschaft en dat ze die niet meer moesten naleven. Daarom wees Paulus op het voorbeeld van Abraham om te bewijzen dat iemand niet rechtvaardig wordt door ‘werken van de wet’ maar door geloof. Dat is heel bemoedigend, want het laat zien dat het mogelijk is Gods goedkeuring te krijgen als je geloof in God en in Christus ontwikkelt. Maar waar gaat Jakobus 2 dan over? Jakobus heeft het niet over de ‘werken van de wet’ die Paulus noemde. Hij heeft het over de werken of daden van christenen in hun dagelijks leven (Jak. 2:24). Het zijn de dingen die laten zien of een christen een oprecht geloof in God heeft of niet. w23.12 3 ¶8; 4-5 ¶10-11
zaterdag 22 maart
De man is het hoofd van zijn vrouw. — Ef. 5:23.
Als je wilt trouwen, denk er dan goed over na met wie. Maak een verstandige keuze. Vergeet niet dat je als zuster onder het gezag komt van de man met wie je trouwt (Rom. 7:2; Ef. 5:33). Vraag je dus af: Is hij een geestelijk volwassen christen? Komt Jehovah op de eerste plaats in zijn leven? Neemt hij verstandige beslissingen? Kan hij zijn fouten toegeven? Heeft hij respect voor vrouwen? Heeft hij de vaardigheden die nodig zijn om me geestelijk, materieel en emotioneel te ondersteunen? Natuurlijk moet je, om een goede kandidaat te vinden, ook zelf een goede kandidaat zijn. Een goede vrouw is ‘een helper’ die haar man ‘aanvult’ (Gen. 2:18). En uit liefde voor Jehovah doet ze wat ze kan om bij te dragen aan de reputatie van haar man (Spr. 31:11, 12; 1 Tim. 3:11). Je kunt je op zo’n rol voorbereiden door meer liefde voor Jehovah op te bouwen en door thuis en in de gemeente een helper voor anderen te zijn. w23.12 22-23 ¶18-19
zondag 23 maart
Als iemand van jullie tekortschiet in wijsheid, dan moet hij erom blijven vragen aan God. — Jak. 1:5.
Jehovah belooft je de wijsheid te geven die nodig is om goede beslissingen te nemen. Je hebt zijn wijsheid vooral nodig bij beslissingen die van invloed zijn op de rest van je leven. Hij geeft je ook de kracht om door te gaan. Net zoals Jehovah Paulus hielp, zo zal hij ook jou de kracht geven die je nodig hebt om beproevingen te doorstaan (Fil. 4:13). Daarnaast gebruikt hij je geestelijke familie. Toen Jezus op de avond voordat hij zijn leven gaf in gebed ging, smeekte hij Jehovah om hem het verwijt van godslastering te besparen. Maar dat deed Jehovah niet. In plaats daarvan stuurde hij een engel, een van Jezus’ broers, om hem te sterken (Luk. 22:42, 43). Zo kan Jehovah ook ons helpen, bijvoorbeeld door middel van een opbouwend telefoontje of bezoek van een broeder of zuster. Wij allemaal kunnen op zoek gaan naar mogelijkheden om anderen met ‘een goed woord’ op te vrolijken (Spr. 12:25). w23.05 10-11 ¶9-11
maandag 24 maart
Blijf elkaar aanmoedigen en opbouwen. — 1 Thess. 5:11.
Inactieven die het Avondmaal bijwonen zijn misschien bang voor wat anderen tegen of over ze gaan zeggen. Stel dus geen vragen die ze in verlegenheid brengen en maak geen opmerkingen die kwetsend kunnen zijn. Het zijn je broeders en zusters. Wees blij om weer voor aanbidding met ze samen te zijn! (Ps. 119:176; Hand. 20:35) Het is niet moeilijk te begrijpen waarom Jezus zei dat we elk jaar zijn dood moeten herdenken. Het heeft namelijk veel voordelen voor jezelf en voor anderen (Jes. 48:17, 18). Je liefde voor Jehovah en Jezus groeit. Je kunt tonen hoeveel waardering je hebt voor wat ze voor ons hebben gedaan. Je krijgt een hechtere band met je broeders en zusters. En je kunt anderen laten zien hoe ze in aanmerking kunnen komen voor de zegeningen die de losprijs mogelijk maakt. Doe dus wat je kunt om klaar te zijn voor de belangrijkste dag van dit jaar! w24.01 13-14 ¶18-19
dinsdag 25 maart
Ik, Jehovah, ben je God, degene die je leidt. — Jes. 48:17.
Hoe leidt Jehovah ons? Voornamelijk via zijn Woord, de Bijbel. Maar hij gebruikt ook mensen. Hij gebruikt bijvoorbeeld ‘de getrouwe en beleidvolle slaaf’ om ons geestelijk voedsel te geven dat ons helpt verstandige beslissingen te nemen (Matth. 24:45). Daarnaast gebruikt hij nog andere bekwame mannen om ons te leiden. Zo zijn er kringopzieners en ouderlingen die ons aanmoedigen en onderwijzen om ons door moeilijke tijden heen te helpen. Wat zijn we dankbaar voor die betrouwbare leiding in deze moeilijke laatste dagen! Daarmee helpt Jehovah ons om zijn goedkeuring te behouden en op de weg naar het leven te blijven. Soms kan het een uitdaging zijn Jehovah’s leiding te volgen, vooral als de instructies worden overgebracht door onvolmaakte mensen. Juist op zulke momenten moet je het vertrouwen hebben dat het Jehovah is die zijn volk leidt en dat het altijd goed voor ons is zijn leiding te volgen. w24.02 20 ¶2-3
woensdag 26 maart
We moeten elkaar liefhebben — niet met woorden of met de mond, maar met daden en in oprechtheid. — 1 Joh. 3:18.
Je kunt je liefde voor Jehovah vergroten door zijn Woord goed te bestuderen. Als je een gedeelte in de Bijbel leest, probeer dan uit te vinden wat het je over hem vertelt. Vraag je af: Hoe laat dit verslag zien dat Jehovah van me houdt? Welke redenen geeft het me om van hem te houden? Je liefde voor Jehovah zal ook groeien als je regelmatig je hart voor hem opent in gebed (Ps. 25:4, 5). Je zult dan ervaren hoe hij je gebeden verhoort (1 Joh. 3:21, 22). Laat ook je liefde voor anderen groeien. Een paar jaar na zijn bekering ontmoette Paulus Timotheüs, een bekwame jonge man die van Jehovah en van mensen hield. Paulus schreef aan de Filippenzen: ‘Ik heb niemand anders die dezelfde instelling heeft als hij en die echt jullie belangen zal behartigen’ (Fil. 2:20). Wat indruk op hem had gemaakt was Timotheüs’ liefde voor zijn broeders en zusters. Ongetwijfeld hebben de gemeenten waar Timotheüs naartoe werd gestuurd uitgekeken naar zijn bezoeken (1 Kor. 4:17). w23.07 9 ¶7-10
donderdag 27 maart
Ik zal je nooit verlaten. — Hebr. 13:5.
Wat gebeurde er met de Israëlieten toen Mozes stierf voordat ze het beloofde land binnengingen? Werden ze in de steek gelaten? Nee. Zolang ze trouw waren, zorgde Jehovah voor ze. Vóór Mozes’ dood had Jehovah tegen hem gezegd dat hij Jozua moest aanstellen als leider van het volk. Mozes had Jozua jarenlang opgeleid (Ex. 33:11; Deut. 34:9). En er waren veel andere bekwame mannen die de leiding namen: leiders over duizend, over honderd, over vijftig en over tien (Deut. 1:15). Er werd goed voor Gods volk gezorgd. Een vergelijkbaar voorbeeld vind je na de tijd van Elia. Hij had tientallen jaren het voortouw genomen in de zuivere aanbidding. Maar toen plaatste Jehovah hem over naar een andere toewijzing, in Juda (2 Kon. 2:1; 2 Kron. 21:12). Werden trouwe personen in het tienstammenrijk Israël aan hun lot overgelaten? Nee. Elia had jarenlang Elisa opgeleid. Terwijl Jehovah aan zijn doel bleef werken, bleef hij voor zijn trouwe aanbidders zorgen. w24.02 5 ¶12
vrijdag 28 maart
Ga de weg van de kinderen van het licht. — Ef. 5:8.
De Efeziërs hadden het licht van de waarheid uit Gods Woord omarmd (Ps. 119:105). Ze hadden hun immorele leefstijl en valsreligieuze praktijken achter zich gelaten. Ze deden hun best God na te volgen en hem te aanbidden (Ef. 5:1). Ook velen van ons waren ooit religieus en moreel in duisternis. Misschien heb je voordat je in de waarheid kwam valsreligieuze feestdagen gevierd of een immoreel leven geleid. Maar toen je Jehovah’s normen voor goed en fout leerde kennen, ging je dingen veranderen. Je begon te leven zoals hij graag wil dat je leeft. En daardoor kreeg je een beter leven (Jes. 48:17). Maar als je de duisternis eenmaal hebt verlaten, moet je nog wel moeite doen om er vandaan te blijven en ‘de weg van de kinderen van het licht te gaan’. w24.03 21 ¶6-7
zaterdag 29 maart
Laten we, welke vorderingen we ook hebben gemaakt, op deze weg verdergaan. — Fil. 3:16.
Misschien heb je het gevoel dat je nog niet klaar bent voor opdracht en doop. Het kan zijn dat je nog dingen in je leven moet veranderen om aan Jehovah’s normen te voldoen of dat je meer tijd nodig hebt om een sterker geloof te krijgen (Kol. 2:6, 7). Niet iedereen gaat even snel vooruit en niet alle jongeren zijn er op dezelfde leeftijd klaar voor. Evalueer je geestelijke vooruitgang op basis van wat jij aankunt en niet op basis van wat iemand anders doet (Gal. 6:4, 5). Als je beseft dat je nog niet klaar bent om je aan Jehovah op te dragen, houd het dan wel als doel voor ogen. Vraag Jehovah in gebed je te helpen de nodige dingen te veranderen (Fil. 2:13). Je kunt er zeker van zijn dat hij je gebeden zal horen en je helpt (1 Joh. 5:14). w24.03 5 ¶9-10
zondag 30 maart
Jullie, mannen, moeten begripvol met je vrouw blijven omgaan. — 1 Petr. 3:7.
Op een gegeven moment was Sara erg gefrustreerd. Ze uitte haar gevoelens bij Abraham en gaf hem zelfs de schuld van het probleem. Sara was een nederige vrouw die zijn beslissingen altijd steunde. Dat wist Abraham. Hij luisterde dan ook goed naar haar en probeerde het probleem op te lossen (Gen. 16:5, 6). Wat is de les? Als man heb je het gezag om beslissingen te nemen voor je gezin (1 Kor. 11:3). Maar het zou liefdevol zijn goed naar je vrouw te luisteren en haar mening mee te laten wegen in je beslissing, vooral als het een beslissing is die ook haar aangaat (1 Kor. 13:4, 5). Op een ander moment besloot Abraham onverwacht een paar gasten uit te nodigen voor een maaltijd. Sara moest alles laten vallen en à la minute een heleboel brood bakken (Gen. 18:6). Maar ze deed meteen wat Abraham van haar vroeg. Als vrouw kun je Sara navolgen door de beslissingen van je man te steunen. Op die manier versterk je je huwelijk (1 Petr. 3:5, 6). w23.05 24-25 ¶16-17
maandag 31 maart
De wijsheid van boven is bereid om te gehoorzamen. — Jak. 3:17.
Toen Gideon als rechter was aangesteld, werden zijn gehoorzaamheid en moed op de proef gesteld. Hij kreeg een gevaarlijke opdracht: het Baälsaltaar van zijn vader slopen (Recht. 6:25, 26). Later kreeg hij tot twee keer toe de instructie om het leger dat hij had verzameld kleiner te maken (Recht. 7:2-7). Bovendien moest hij het kamp van de vijand in het holst van de nacht aanvallen (Recht. 7:9-11). Wees als ouderling altijd ‘bereid om te gehoorzamen’. Een gehoorzame ouderling schikt zich makkelijk naar wat de Bijbel zegt en naar instructies van Gods organisatie. Zo geeft hij anderen het goede voorbeeld. Maar zijn gehoorzaamheid kan op de proef worden gesteld. Misschien zijn er nieuwe instructies of veranderingen waar hij moeite mee heeft. Soms kan hij zich afvragen of een bepaalde richtlijn wel realistisch of verstandig is. Of hij kan een taak krijgen waardoor hij gevaar loopt te worden gearresteerd. Hoe kunnen ouderlingen in zulke situaties de gehoorzaamheid van Gideon navolgen? Neem instructies goed in je op en voer ze uit. w23.06 4-5 ¶9-11