vrijdag 21 maart
David noemt de mens gelukkig aan wie God rechtvaardigheid toerekent los van de werken. — Rom. 4:6.
Paulus sprak vooral over ‘werken van de wet’, de wet die Mozes op de berg Sinaï kreeg (Rom. 3:21, 28). Het lijkt erop dat in Paulus’ tijd sommige Joodse christenen het moeilijk vonden te accepteren dat de wet van Mozes was afgeschaft en dat ze die niet meer moesten naleven. Daarom wees Paulus op het voorbeeld van Abraham om te bewijzen dat iemand niet rechtvaardig wordt door ‘werken van de wet’ maar door geloof. Dat is heel bemoedigend, want het laat zien dat het mogelijk is Gods goedkeuring te krijgen als je geloof in God en in Christus ontwikkelt. Maar waar gaat Jakobus 2 dan over? Jakobus heeft het niet over de ‘werken van de wet’ die Paulus noemde. Hij heeft het over de werken of daden van christenen in hun dagelijks leven (Jak. 2:24). Het zijn de dingen die laten zien of een christen een oprecht geloof in God heeft of niet. w23.12 3 ¶8; 4-5 ¶10-11
zaterdag 22 maart
De man is het hoofd van zijn vrouw. — Ef. 5:23.
Als je wilt trouwen, denk er dan goed over na met wie. Maak een verstandige keuze. Vergeet niet dat je als zuster onder het gezag komt van de man met wie je trouwt (Rom. 7:2; Ef. 5:33). Vraag je dus af: Is hij een geestelijk volwassen christen? Komt Jehovah op de eerste plaats in zijn leven? Neemt hij verstandige beslissingen? Kan hij zijn fouten toegeven? Heeft hij respect voor vrouwen? Heeft hij de vaardigheden die nodig zijn om me geestelijk, materieel en emotioneel te ondersteunen? Natuurlijk moet je, om een goede kandidaat te vinden, ook zelf een goede kandidaat zijn. Een goede vrouw is ‘een helper’ die haar man ‘aanvult’ (Gen. 2:18). En uit liefde voor Jehovah doet ze wat ze kan om bij te dragen aan de reputatie van haar man (Spr. 31:11, 12; 1 Tim. 3:11). Je kunt je op zo’n rol voorbereiden door meer liefde voor Jehovah op te bouwen en door thuis en in de gemeente een helper voor anderen te zijn. w23.12 22-23 ¶18-19
zondag 23 maart
Als iemand van jullie tekortschiet in wijsheid, dan moet hij erom blijven vragen aan God. — Jak. 1:5.
Jehovah belooft je de wijsheid te geven die nodig is om goede beslissingen te nemen. Je hebt zijn wijsheid vooral nodig bij beslissingen die van invloed zijn op de rest van je leven. Hij geeft je ook de kracht om door te gaan. Net zoals Jehovah Paulus hielp, zo zal hij ook jou de kracht geven die je nodig hebt om beproevingen te doorstaan (Fil. 4:13). Daarnaast gebruikt hij je geestelijke familie. Toen Jezus op de avond voordat hij zijn leven gaf in gebed ging, smeekte hij Jehovah om hem het verwijt van godslastering te besparen. Maar dat deed Jehovah niet. In plaats daarvan stuurde hij een engel, een van Jezus’ broers, om hem te sterken (Luk. 22:42, 43). Zo kan Jehovah ook ons helpen, bijvoorbeeld door middel van een opbouwend telefoontje of bezoek van een broeder of zuster. Wij allemaal kunnen op zoek gaan naar mogelijkheden om anderen met ‘een goed woord’ op te vrolijken (Spr. 12:25). w23.05 10-11 ¶9-11