Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Handelingen 20
  • Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

Overzicht van Handelingen

    • L. Paulus’ derde zendingsreis (18:23–21:17)

      • Paulus vertrekt naar Galatië en Frygië (18:23)

      • Welbespraakte Apollos krijgt hulp van Priskilla en Aquila; gaat naar Achaje (18:24-28)

      • Paulus komt in Efeze; een aantal discipelen opnieuw gedoopt, nu in Jezus’ naam (19:1-7)

      • Paulus onderwijst in Efeze (19:8-10)

      • Jehovah’s woord zegeviert in Efeze ondanks demonisme (19:11-20)

      • Opschudding in Efeze; menigte stormt theater in (19:21-34)

      • Stadssecretaris van Efeze kalmeert menigte (19:35-41)

      • Paulus in Macedonië en Griekenland (20:1-6)

      • Opstanding Eutychus in Troas (20:7-12)

      • Paulus gaat van Troas naar Milete (20:13-16)

      • Paulus moedigt ouderlingen Efeze aan te letten op zichzelf en op Gods kudde (20:17-38)

      • Onderweg naar Jeruzalem (21:1-14)

      • Aankomst in Jeruzalem (21:15-17)

Handelingen 20:1

Verwijsteksten

  • +1Kor 16:5, 6; 2Kor 2:12, 13; 7:5-7

Index

  • Studiehulp

    Getuigenis, blz. 165-166

  • Publicatie-index

    bt 165-166

Handelingen 20:2

Index

  • Studiehulp

    Getuigenis, blz. 166-167

    De Wachttoren (1963),

    1/10/1963, blz. 600-601

  • Publicatie-index

    bt 166-167;

    w63 600

Handelingen 20:3

Verwijsteksten

  • +Han 9:23; 23:12, 16; 25:2, 3; 2Kor 11:23, 26

Index

  • Studiehulp

    Getuigenis, blz. 167-168

    De Wachttoren,

    15/3/2001, blz. 31

    15/6/1990, blz. 21

  • Publicatie-index

    bt 167; w01 15/3 31; w90 15/6 21

Handelingen 20:4

Verwijsteksten

  • +Han 19:29; 27:2
  • +Han 16:1, 2
  • +Ef 6:21; Kol 4:7; 2Ti 4:12
  • +Han 21:29; 2Ti 4:20

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 699

    Getuigenis, blz. 167-168

    De Wachttoren,

    15/3/2001, blz. 31

    15/7/1998, blz. 7

  • Publicatie-index

    it-1 699; bt 167-168; w01 15/3 31; w98 15/7 7

Handelingen 20:5

  • ons: Dat Lukas hier ‘ons’ gebruikt, wijst erop dat hij zich in Filippi opnieuw bij Paulus aansloot. Een tijdje daarvoor hadden hun wegen zich in Filippi gescheiden (Han 16:10-17, 40). Nu reisden ze samen van Filippi naar Jeruzalem, waar Paulus later werd gearresteerd (Han 20:5–21:18, 33). Dit is het tweede gedeelte in Handelingen waar Lukas zichzelf bij het verslag betrekt. (Zie aantekeningen bij Han 16:10 en 27:1.)

Verwijsteksten

  • +Han 16:11

Index

  • Studiehulp

    Getuigenis, blz. 168

  • Publicatie-index

    bt 168

Handelingen 20:6

  • het Feest van het Ongezuurde Brood: Zie Woordenlijst en App. B15.

Verwijsteksten

  • +Ex 12:15; 23:15

Index

  • Studiehulp

    Getuigenis, blz. 168

  • Publicatie-index

    bt 168

Handelingen 20:7

  • voor een maaltijd: Lett.: ‘om brood te breken’. Brood was in die tijd het hoofdvoedsel in het Midden-Oosten, daarom was dit een algemene uitdrukking voor een maaltijd. In die tijd waren platte broden met een harde korst gebruikelijk, en daarom werd het brood meestal gebroken in plaats van gesneden. Jezus brak dus vaak het brood voor het eten. (Zie aantekening bij Mt 14:19; zie ook Mt 15:36; Lu 24:30.) Toen Jezus het Avondmaal instelde, nam hij een brood en brak het. Aangezien dit de normale manier was om een brood te verdelen, had het feit dat Jezus het brood brak geen geestelijke betekenis. (Zie aantekening bij Mt 26:26.) Sommigen beweren dat bepaalde plaatsen in Handelingen waar deze uitdrukking voorkomt, verwijzen naar de herdenking van het Avondmaal van de Heer (Han 2:42, 46; 20:7, 11). Maar elke keer dat het Avondmaal wordt vermeld, wordt het breken van het brood in verband gebracht met wijn drinken uit een beker (Mt 26:26-28; Mr 14:22-25; Lu 22:19, 20; 1Kor 10:16-21; 11:23-26). Die handelingen zijn allebei even belangrijk. Dus als het breken van het brood wordt vermeld zonder dat wordt gesproken over drinken uit een beker, wordt er niet naar het Avondmaal van de Heer verwezen maar naar een gewone maaltijd. Bovendien wijst niets erop dat Jezus wilde dat de herdenking van zijn dood vaker zou plaatsvinden dan het feest dat erdoor vervangen werd, het Pascha, dat maar één keer per jaar werd gevierd.

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 2, blz. 766-767

    De Wachttoren,

    15/2/1993, blz. 29

    15/4/1991, blz. 26-27

    1/6/1964, blz. 344-346

    Ontwaakt! 1973,

    22/3/1973, blz. 6

  • Publicatie-index

    it-2 766-767; w93 15/2 29; w91 15/4 26-27;

    g73 22/3 6; w64 345; g62 8/8 28; g56 8/12 6

Handelingen 20:8

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 654

    Getuigenis, blz. 165

    De Wachttoren (1963),

    1/1/1963, blz. 19-20

  • Publicatie-index

    it-1 654; bt 165;

    w63 20

Handelingen 20:9

Voetnoten

  • *

    Hier wordt de begane grond meegeteld als verdieping.

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 654

    Getuigenis, blz. 165

    De Wachttoren (1968),

    1/6/1968, blz. 327

  • Publicatie-index

    it-1 654; bt 165;

    w68 327

Handelingen 20:10

  • want hij leeft: Of ‘want zijn ziel [d.w.z. zijn leven] is in hem’. Met andere woorden, de jonge man was tot leven teruggebracht. Net als op veel andere plaatsen in de Griekse Geschriften betekent het Griekse woord psuche hier ‘het leven van een persoon’ (Mt 6:25; 10:39; 16:25, 26; Lu 12:20; Jo 10:11, 15; 13:37, 38; 15:13; zie Woordenlijst).

Verwijsteksten

  • +1Kon 17:21, 22; 2Kon 4:32, 34
  • +Mt 9:23, 24; Jo 11:39, 40; Han 9:39, 40

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 654

    Getuigenis, blz. 165

    De Wachttoren,

    15/7/2000, blz. 12-13

    15/5/1965, blz. 296-298

    Is dit leven, blz. 42-43

  • Publicatie-index

    it-1 654; bt 165; w00 15/7 13;

    ts 42; w65 297

Handelingen 20:11

  • brak het brood: Zie aantekening bij Han 20:7.

Index

  • Publicatie-index

    g62 8/8 29

Handelingen 20:12

Index

  • Studiehulp

    Getuigenis, blz. 168

    De Wachttoren (1951),

    15/7/1951, blz. 217-218

  • Publicatie-index

    bt 168;

    w51 218

Handelingen 20:13

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 183

  • Publicatie-index

    it-1 183

Handelingen 20:14

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 183, 411

  • Publicatie-index

    it-1 183, 411

Handelingen 20:15

Media

  • Paulus’ bezoeken aan Milete

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 411

    Inzicht, Deel 2, blz. 350, 793-794

  • Publicatie-index

    it-1 411; it-2 350, 793-794

Handelingen 20:16

Verwijsteksten

  • +Han 18:21
  • +Le 23:16; De 16:9-11
  • +Han 24:17

Handelingen 20:17

  • ouderlingen: Lett.: ‘oudere mannen’. In de Bijbel wordt het Griekse presbuteros voornamelijk gebruikt voor personen die gezag en verantwoordelijkheid dragen in een gemeenschap of natie. Net zoals oudere, ervaren mannen in het oude Israël de verantwoordelijkheid voor het leiderschap en bestuur deelden, hadden geestelijk volwassen mannen die functie in de christelijke gemeenten in de eerste eeuw. Dit verslag over Paulus’ bijeenkomst met de ouderlingen uit Efeze laat duidelijk zien dat er in die gemeente meer dan één ouderling was. Het aantal ouderlingen in elke gemeente was afhankelijk van het aantal beschikbare geestelijk volwassen mannen (1Ti 3:1-7; Tit 1:5-8). Toen Paulus zijn eerste brief aan Timotheüs schreef, had hij het over ‘het lichaam van ouderlingen’ (1Ti 1:3; 4:14).

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 2, blz. 341-342

    De Wachttoren,

    15/10/2004, blz. 19

    15/2/1972, blz. 111, 114

    15/8/1966, blz. 506-507

  • Publicatie-index

    it-2 341-342; w04 15/10 19;

    w73 95; w72 111, 114, 119; or 57; bf 26; w66 506

Handelingen 20:18

Verwijsteksten

  • +Han 19:9, 10

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 180

  • Publicatie-index

    it-1 180

Handelingen 20:19

  • nederigheid: Of ‘ootmoedigheid van geest’. Deze eigenschap omvat afwezigheid van trots of arrogantie. Nederigheid blijkt uit de manier waarop iemand zichzelf in verhouding tot God en anderen beziet. Het is geen zwakheid maar een instelling waar God blij mee is. Christenen die echt nederig zijn, kunnen in eenheid met elkaar samenwerken (Ef 4:2; Fil 2:3; Kol 3:12; 1Pe 5:5). In de Griekse Geschriften wordt het woord tapeinofrosune gebruikt, dat hier is vertaald met ‘nederigheid’. Het is afgeleid van de woorden tapeinoo (laag maken) en fren (de geest). Het verwante tapeinos is vertaald met ‘nederig’ (Mt 11:29) en ‘nederige mensen’ (Jak 4:6; 1Pe 5:5; zie aantekening bij Mt 11:29).

Verwijsteksten

  • +1Kor 15:9; 1Th 2:6

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren,

    1/4/1976, blz. 209-210

  • Publicatie-index

    w76 210

Handelingen 20:20

  • van huis tot huis: Of ‘in verschillende huizen’. De context laat zien dat Paulus naar de huizen van die personen ging om hen te onderwijzen ‘over berouw tegenover God en geloof in onze Heer Jezus’ (Han 20:21). Hij heeft het dus niet alleen over beleefdheidsbezoeken of bezoeken om geloofsgenoten aan te moedigen nadat ze gelovigen waren geworden, want geloofsgenoten hadden al berouw getoond en geloofden al in Jezus. Dr. A.T. Robertson schreef het volgende over Han 20:20: ‘Het is opmerkenswaard dat deze grootste aller predikers van huis tot huis predikte en niet louter beleefdheidsbezoeken bracht’ (Word Pictures in the New Testament, 1930, Deel III, blz. 349-350). In zijn boek The Acts of the Apostles With a Commentary schreef Abiel Abbot Livermore over Paulus’ woorden in Han 20:20: ‘Hij stelde zich er niet tevreden mee slechts in de openbare vergadering toespraken te houden, (...) maar legde zich op persoonlijke basis, van huis tot huis, ijverig op zijn belangrijke werk toe en bracht de waarheid des hemels letterlijk bij de haard en het hart van de Efeziërs thuis’ (1844, blz. 270; zie voor uitleg over de weergave van de Griekse uitdrukking kat oikous [lett.: ‘per [volgens] huizen’] de aantekening bij Han 5:42).

Media

  • Van huis tot huis prediken

Voetnoten

  • *

    Of ‘wat tot jullie voordeel was’.

Verwijsteksten

  • +Han 5:42
  • +Mt 28:19, 20; 2Ti 4:2

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 2, blz. 637

    Getuigenis, blz. 42, 169-170

    De Wachttoren,

    15/12/2008, blz. 17-18

    15/7/2008, blz. 3-4

    15/3/2004, blz. 12

    1/8/1991, blz. 24

    15/1/1991, blz. 10-13

    15/6/1990, blz. 21-22

    1/1/1988, blz. 24

    15/2/1987, blz. 15

    1/9/1986, blz. 26

    15/3/1986, blz. 18-19

    1/8/1985, blz. 14

    15/8/1981, blz. 5

    1/4/1981, blz. 22

    1/6/1980, blz. 29

    15/10/1979, blz. 13-14

    15/9/1973, blz. 566

    1/6/1963, blz. 343-344

    15/3/1963, blz. 177-179

    15/10/1962, blz. 617-618

    1/3/1962, blz. 143-144

    1/1/1962, blz. 28

    15/10/1961, blz. 615-616

    1/4/1961, blz. 208-209

    15/1/1960, blz. 46-48, 49-50

    15/7/1958, blz. 428

    15/10/1957, blz. 467-468

    15/7/1957, blz. 315-316

    Geïnspireerd, blz. 221

    Redeneren, blz. 222-223

  • Publicatie-index

    it-2 637; bt 42, 169-170; w08 15/7 3-4; w08 15/12 17-18; w04 15/3 12; w91 15/1 10-13; w91 1/8 24; si 221; w90 15/6 21-22; rs 223; w88 1/1 24; w87 15/2 15; w86 15/3 18-19; w86 1/9 26;

    w85 1/8 14; rs 222-3; w81 1/4 22; w81 15/8 5; w80 1/6 29; w79 15/10 13; w73 566; or 51; si63 203, 220; w63 178, 344; w62 28, 143, 617; g62 8/10 30; g62 22/11 6; w61 208, 616; w60 47, 49; w58 429; w57 315, 467

Handelingen 20:21

Verwijsteksten

  • +Mr 1:14, 15
  • +Lu 24:46, 47

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 890

    De Wachttoren,

    15/12/2008, blz. 17-18

    15/1/1991, blz. 11-13

    15/2/1987, blz. 15

    1/9/1986, blz. 26

    1/8/1985, blz. 14

    15/10/1979, blz. 13-14

    1/1/1979, blz. 12

    1/5/1966, blz. 269-270

    1/8/1962, blz. 467-468

    15/10/1961, blz. 615-616

  • Publicatie-index

    it-1 890; w08 15/12 17-18; w91 15/1 11-13; w87 15/2 15; w86 1/9 26;

    w85 1/8 14; w79 1/1 12; w79 15/10 13; or 14; si63 203; w66 269; w62 467; w61 616

Handelingen 20:22

  • gebonden in: Of ‘verplicht door’, ‘gedreven door’. Paulus was bereid maar voelde zich ook verplicht om de leiding van Gods geest te volgen en naar Jeruzalem te gaan.

Verwijsteksten

  • +Han 19:21

Index

  • Studiehulp

    Getuigenis, blz. 173

    De Wachttoren,

    15/6/1990, blz. 22

  • Publicatie-index

    bt 173; w90 15/6 22;

    w48 251

Handelingen 20:23

Verwijsteksten

  • +Han 9:15, 16; 21:4, 11

Index

  • Studiehulp

    Getuigenis, blz. 189

  • Publicatie-index

    bt 189;

    w48 251

Handelingen 20:24

  • mijn eigen leven: Of ‘mijn ziel’. Het Griekse psuche slaat hier op het leven van een persoon. (Zie Woordenlijst en App. A2.)

Voetnoten

  • *

    Lett.: ‘bediening’.

Verwijsteksten

  • +2Kor 4:1; 5:18
  • +Han 21:13; 2Ti 4:7

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 893

    De Wachttoren (studie-uitgave),

    7/2016, blz. 26-27

    De Wachttoren,

    15/9/2011, blz. 23-24

    15/12/2008, blz. 18-19

    15/5/2008, blz. 32

    15/3/1980, blz. 25

    1/4/1976, blz. 219

    15/8/1962, blz. 498-500

    15/10/1961, blz. 615-616

    Getuigenis, blz. 170

  • Publicatie-index

    it-1 893; w16.07 26-27; w11 15/9 23-24; bt 170; w08 15/5 32; w08 15/12 18-19;

    w80 15/3 25; w76 219; w62 500; w61 616

Handelingen 20:25

  • bekendgemaakt: Of ‘gepredikt’. De grondbetekenis van het Griekse woord is ‘aankondigen als een openbare boodschapper’. De nadruk ligt op de methode van aankondigen: meestal een verklaring in het openbaar en geen preek gericht tot een groep. Het thema van de christelijke prediking was nog steeds ‘Gods Koninkrijk’ (Han 28:31).

    het Koninkrijk: Dat wil zeggen Gods Koninkrijk. Het hoofdthema van de hele Bijbel komt in Handelingen steeds opnieuw terug (Han 1:3; 8:12; 14:22; 19:8; 20:25; 28:23, 31). In sommige oude vertalingen, zoals de Latijnse Vulgaat en de Syrische Pesjitta, staat ‘het Koninkrijk van God’. Eén vertaling van de Griekse Geschriften in het Hebreeuws (in App. C4 J17 genoemd) gebruikt Gods naam, en de volledige uitdrukking kan worden weergegeven met ‘het Koninkrijk van Jehovah’.

Handelingen 20:26

  • dat ik rein ben van het bloed van alle mensen: Paulus had geen bloedschuld in Gods ogen, omdat hij niet had nagelaten het goede nieuws van het Koninkrijk te prediken. Hij had mensen niet de levensreddende informatie onthouden die deze boodschap bevat (Han 18:6; vergelijk Ez 33:6-8). Paulus bracht ‘alle raad van God’ aan de discipelen in Efeze over, omdat hij niet wilde dat iemand zijn leven zou verliezen op Gods Oordeelsdag (Han 20:27). Een christen zou in Gods ogen ook bloedschuld op zich laden door een moord te plegen of door bloedvergieten — dit zou ook betrekking hebben op het actief of stilzwijgend ondersteunen van een organisatie die bloedschuld heeft, zoals ‘Babylon de Grote’ (Opb 17:6; 18:2, 4), of van andere organisaties die onschuldig bloed hebben vergoten (Opb 16:5, 6; vergelijk Jes 26:20, 21). Ook als iemand in de een of andere vorm bloed eet of drinkt, zou hij bloedschuld op zich laden (Han 15:20).

Verwijsteksten

  • +Ez 33:8; Han 18:6

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren,

    15/12/1986, blz. 30

    1/9/1986, blz. 26-27

    1/12/1980, blz. 17-18

    1/3/1979, blz. 22-23

    15/9/1978, blz. 27

    15/9/1975, blz. 557

    15/1/1960, blz. 41-42, 46-48

    Koninkrijksdienst,

    9/1973, blz. 3

  • Publicatie-index

    w86 1/9 26-27; w86 15/12 30;

    w79 1/3 22; w78 15/9 27; km 9/73 3; w63 367; w61 447; w60 42, 47

Handelingen 20:27

  • alle raad van God: Of ‘Gods hele voornemen (wil)’. Duidt hier op alles wat God zich heeft voorgenomen te doen door middel van zijn Koninkrijk, met inbegrip van alles wat hij noodzakelijk vindt voor redding (Han 20:25). Het Griekse boule wordt in Lu 7:30 weergegeven met ‘raad’ (of ‘leiding’, ‘instructies’, vtn.) en in Heb 6:17 met ‘doel’.

Verwijsteksten

  • +Mt 28:19, 20

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 2, blz. 672

    De Wachttoren,

    1/9/1986, blz. 26-27

    1/3/1979, blz. 22-23

    15/9/1978, blz. 27

    1/8/1977, blz. 468-469

    15/9/1975, blz. 557

  • Publicatie-index

    it-2 672; w86 1/9 26-27;

    w79 1/3 22; w78 15/9 27; w77 469

Handelingen 20:28

  • Let op: Of ‘waak over’. De schapen in Jehovah’s kudde zijn hem dierbaar omdat hij ze met het kostbare ‘bloed van zijn eigen Zoon’ heeft gekocht. Jehovah had geen hogere prijs kunnen betalen. Nederige opzieners waken daarom over het welzijn van elk lid van de kudde en houden in gedachte hoeveel Jehovah van zijn schapen houdt (1Pe 5:1-3).

    opzieners: Het Griekse woord voor opziener (episkopos) is verwant aan het werkwoord episkopeo, dat ‘goed opletten’ betekent (Heb 12:15), en aan het zelfstandig naamwoord episkope, dat de betekenis heeft van ‘inspectie’ (Lu 19:44, Kingdom Interlinear; 1Pe 2:12), ‘opziener zijn’ (1Ti 3:1) of ‘opzienersambt’ (Han 1:20). De opziener was dus degene die gemeenteleden bezocht, inspecteerde en leiding gaf. De grondgedachte van het Griekse woord is beschermend opzicht. Opzieners in de christelijke gemeente hebben de taak om in geestelijk opzicht zorg te dragen voor hun geloofsgenoten. Paulus gebruikt hier het woord opzieners als hij tot de ouderlingen van de gemeente in Efeze spreekt (Han 20:17). In zijn brief aan Titus gebruikt hij het woord opziener als hij de vereisten beschrijft voor ouderlingen in de christelijke gemeente (Tit 1:5, 7). Beide termen slaan dus op dezelfde positie. ‘Ouderling’ (presbuteros) benadrukt de geestelijke volwassenheid van degene die is aangesteld en ‘opziener’ (episkopos) benadrukt de taken die erbij horen. Dit verslag over Paulus’ bijeenkomst met de ouderlingen uit Efeze laat duidelijk zien dat er in die gemeente meerdere opzieners waren. Er was geen vastgesteld aantal opzieners per gemeente. Het aantal ouderlingen hing af van het aantal geestelijk rijpe mannen in die gemeente. Toen Paulus aan de christenen in Filippi schreef, had hij het ook over de ‘opzieners’ daar (Fil 1:1), wat erop wijst dat ze als een lichaam dienden en toezicht hielden op wat er in die gemeente gebeurde. (Zie aantekening bij Han 1:20.)

    God: In sommige oude manuscripten staat hier ‘de Heer’, maar de weergave ‘God’ wordt goed ondersteund door de manuscripten en wordt door veel geleerden als de oorspronkelijke weergave beschouwd.

    met het bloed van zijn eigen Zoon: Lett.: ‘door het bloed van de eigen(e)’. De Griekse grammatica laat ook vertalingen toe als ‘met het bloed van zichzelf’ of ‘met zijn eigen bloed’, dus de context moet in aanmerking worden genomen. In het Grieks kan de uitdrukking ho idios (‘zijn eigen’) zelfstandig worden gebruikt zonder een verklarend zelfstandig naamwoord of voornaamwoord, zoals blijkt uit hoe het is vertaald in Jo 1:11 (‘zijn eigen huis’), Han 4:23 (‘hun eigen mensen’) en Han 24:23 (‘zijn vrienden’). In niet-Bijbelse Griekse papyri wordt de uitdrukking gebruikt als een uiting van genegenheid voor naaste bloedverwanten. De lezers zouden uit de context de logische conclusie trekken dat na ‘zijn eigen’ een enkelvoudig zelfstandig naamwoord werd geïmpliceerd waarmee werd verwezen naar Gods eniggeboren Zoon, Jezus Christus, wiens bloed werd vergoten. Daarom erkennen heel wat geleerden en vertalers dat hier het woord zoon wordt geïmpliceerd en luidt hun vertaling: ‘met het bloed van zijn eigen Zoon’.

Verwijsteksten

  • +1Ti 4:16
  • +1Ti 3:1-7; Tit 1:5-9; Heb 13:17
  • +Sp 27:23; Jo 21:15; Ef 4:11; 1Pe 5:2-4
  • +Mt 26:27, 28; 1Jo 1:7

Index

  • Studiehulp

    Nader tot Jehovah, blz. 101-102

    De Wachttoren,

    15/11/2013, blz. 22

    15/6/2011, blz. 20-21

    15/3/2002, blz. 14-15

    15/1/2001, blz. 13-16

    15/7/1993, blz. 24, 26-27

    1/7/1992, blz. 16

    1/2/1992, blz. 16

    15/9/1989, blz. 14

    1/8/1985, blz. 31

    1/12/1980, blz. 14-21

    1/10/1976, blz. 591-592

    1/4/1976, blz. 219

    15/11/1975, blz. 685

    15/9/1975, blz. 555

    15/1/1975, blz. 51

    15/11/1974, blz. 701-702

    1/6/1974, blz. 346

    15/9/1973, blz. 568

    1/8/1973, blz. 470

    15/7/1973, blz. 445-446

    1/1/1973, blz. 24

    1/3/1972, blz. 146-147

    1/4/1972, blz. 207

    15/2/1972, blz. 113-114

    1/12/1968, blz. 722

    1/1/1965, blz. 5-6

    15/10/1964, blz. 615-616, 621-623

    1/1/1963, blz. 22-23

    15/6/1962, blz. 368-370

    1/6/1961, blz. 331-332

    1/5/1958, blz. 279-280

    1/4/1958, blz. 202-203, 207-208

    1/9/1957, blz. 393-394

    1/5/1957, blz. 208-209

    15/2/1953, blz. 53-54

    Redeneren, blz. 113

    Studiebijbel (Rbi8), blz. 1580

    Beste levensweg, blz. 142-143

    Ontwaakt! 1979,

    22/10/1979, blz. 27-29

  • Publicatie-index

    cl 102; w13 15/11 22; w11 15/6 20-21; Rbi8 1580; w02 15/3 14-15; w01 15/1 13-16; w93 15/7 24, 26-27; w92 1/2 16; w92 1/7 16; rs 113; w89 15/9 14;

    w85 1/8 31; rs 113; w80 1/12 14-21; bw 142; g79 22/10 27; w76 219, 591; w75 51, 555, 685-6; w74 346, 701; w73 24, 95, 446, 470, 568; w72 114, 119, 147, 207; or 7, 16, 49, 57-8; w68 722; si63 251; yl 116; w65 5; w64 616, 623; w63 22; w62 369; w61 331; w58 202, 207, 279; w57 208-9, 393; w53 53; w48 251; w47 253; tf 247

Handelingen 20:29

Media

  • Wolf

Verwijsteksten

  • +Mt 7:15; 2Th 2:3; 2Pe 2:1

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 417

    Inzicht, Deel 2, blz. 294

    De Wachttoren,

    15/7/2013, blz. 18

    15/5/2003, blz. 27

    1/7/1992, blz. 16

    15/6/1990, blz. 22

    15/9/1989, blz. 16

    1/12/1980, blz. 18-19

    1/4/1976, blz. 214-215

    15/11/1975, blz. 685

    15/1/1972, blz. 39

    1/5/1971, blz. 271-272

    De Wachttoren

    1/10/1969, blz. 591-592

    15/6/1968, blz. 363-364

    15/7/1965, blz. 429-431

    1/4/1965, blz. 221-222

    1/6/1963, blz. 337-339

    Getuigenis, blz. 170-172

    Ontwaakt!,

    2/2007, blz. 7-8

    8/5/1973, blz. 20

    Openbaring, blz. 33

    Goed nieuws, blz. 42-43

  • Publicatie-index

    it-1 417; it-2 294; w13 15/7 18; bt 170, 172; g 2/07 7-8; re 33; w03 15/5 27; w92 1/7 16; w90 15/6 22; w89 15/9 16;

    w80 1/12 19; w76 214; gh 42; w75 685; g73 8/5 20; w72 39; w71 271; w70 62; w69 592; w68 364; w65 221, 430; w63 338; g62 8/10 6; qm 284; nh 184, 188; rm 264

Handelingen 20:30

Verwijsteksten

  • +1Ti 4:1; 2Ti 4:3, 4; 1Jo 2:18, 19

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 417

    Inzicht, Deel 2, blz. 294, 1032

    De Wachttoren,

    15/7/2013, blz. 18

    15/7/2011, blz. 15

    1/9/2004, blz. 15

    15/5/2003, blz. 27

    15/6/1990, blz. 22

    1/6/1983, blz. 23-26

    1/12/1980, blz. 18-19

    1/4/1976, blz. 214-215

    15/7/1975, blz. 420-421

    15/1/1972, blz. 39

    1/5/1971, blz. 271-272

    1/10/1969, blz. 591-592

    15/6/1968, blz. 363-364

    15/7/1965, blz. 429-431

    1/4/1965, blz. 221-222

    1/6/1963, blz. 337-339

    1/4/1963, blz. 203-204

    15/7/1963, blz. 422-423

    1/11/1962, blz. 651-653

    1/7/1958, blz. 404-406

    15/10/1953, blz. 309-310

    Ontwaakt!,

    2/2007, blz. 7-8

    8/1/1977, blz. 28-29

    Verkondigers, blz. 33-34

    Goed nieuws, blz. 42-43

  • Publicatie-index

    it-1 417; it-2 294, 1032; w13 15/7 18; w11 15/7 15; g 2/07 7-8; w04 1/9 15; w03 15/5 27; jv 33-34; w90 15/6 22;

    w83 1/6 22-7; w80 1/12 19; g77 8/1 29; w76 214; gh 42; w75 421; w72 39; w71 271; w69 592; w68 364; w65 221, 415, 430; w63 203, 338, 422; w62 652; g62 8/10 6; w58 406; nh 184, 188; rm 264; w53 310

Handelingen 20:31

Verwijsteksten

  • +Han 19:9, 10

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 582

    Openbaring, blz. 33

    De Wachttoren,

    1/11/1981, blz. 19

    1/12/1980, blz. 19

    15/6/1978, blz. 14-15

  • Publicatie-index

    it-1 582; re 33;

    w81 1/11 19; w78 15/6 15; si63 292; nh 184

Handelingen 20:32

  • God: In enkele manuscripten staat hier ‘de Heer’, maar in de meeste manuscripten staat ‘God’.

Verwijsteksten

  • +Ef 1:18; Kol 1:12

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren,

    15/6/1990, blz. 22

    1/12/1980, blz. 19-20

    15/1/1960, blz. 52-53

    15/1/1954, blz. 22-23

  • Publicatie-index

    w90 15/6 22;

    w80 1/12 20; w60 52; w54 23

Handelingen 20:33

Verwijsteksten

  • +1Sa 12:1, 3; Mt 10:8; 1Kor 9:11, 12; 2Kor 7:2; Tit 1:7

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren,

    1/12/1980, blz. 20

    15/1/1960, blz. 52-53

  • Publicatie-index

    w60 52

Handelingen 20:34

Verwijsteksten

  • +Han 18:3; 1Kor 4:11, 12; 1Th 2:9

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren,

    1/12/1980, blz. 20

    15/12/1975, blz. 759-760

    15/8/1964, blz. 496-497

    15/1/1960, blz. 52-53

    15/2/1953, blz. 53-54

  • Publicatie-index

    w75 759; w64 497; w60 52; w53 54

Handelingen 20:35

  • wat de Heer Jezus zelf heeft gezegd: De uitspraak die na deze woorden volgt, wordt alleen door Paulus geciteerd, hoewel de strekking ervan wel in de evangeliën en de rest van de geïnspireerde Schrift te vinden is (Ps 41:1; Sp 11:25; 19:17; Mt 10:8; Lu 6:38). Misschien is dit citaat mondeling aan Paulus doorgegeven — door een discipel die Jezus’ woorden aanhaalde, door de opgestane Jezus zelf of door een openbaring van God (Han 22:6-15; 1Kor 15:6, 8).

Verwijsteksten

  • +Ef 4:28; 1Th 4:11, 12; 2Th 3:7, 8
  • +Sp 19:17; Mt 10:8; Lu 6:38

Index

  • Studiehulp

    Voor eeuwig gelukkig!, les 17

    Ontwaakt!,

    nr. 1 2021 blz. 7

    nr. 1 2018 blz. 5

    nr. 1 2016 blz. 6

    11/2013, blz. 8

    11/2008, blz. 6-7

    4/2006, blz. 6

    22/9/1978, blz. 4-5

    8/11/1977, blz. 9

    22/10/1977, blz. 3-4

    22/4/1977, blz. 3

    8/7/1976, blz. 18

    22/6/1975, blz. 3-4

    22/12/1975, blz. 3

    8/4/1974, blz. 6

    De Wachttoren (studie-uitgave),

    8/2018, blz. 18-22

    De Wachttoren (publieksuitgave),

    nr. 1 2018 blz. 14-15

    De Wachttoren (publieksuitgave),

    nr. 2 2017 blz. 13-14

    Nader tot Jehovah, blz. 300

    De Wachttoren,

    1/6/2012, blz. 8

    1/7/2011, blz. 7-8

    1/8/2005, blz. 6

    1/9/2002, blz. 9

    1/7/2001, blz. 12-17

    15/11/2000, blz. 10

    15/9/2000, blz. 23-24

    15/1/1992, blz. 12

    1/12/1990, blz. 18-19

    15/6/1990, blz. 22

    15/5/1985, blz. 19

    1/12/1980, blz. 20

    1/8/1979, blz. 28-31

    1/10/1977, blz. 604-605

    1/9/1973, blz. 520-521

    15/8/1973, blz. 484, 487

    1/6/1973, blz. 349

    1/10/1972, blz. 599-600

    15/9/1971, blz. 565

    1/7/1966, blz. 403-405

    1/10/1965, blz. 579-580

    1/12/1963, blz. 707-708

    1/10/1963, blz. 600-601

    1/9/1963, blz. 541-542

    15/10/1962, blz. 611-613

    1/12/1962, blz. 727-728

    15/12/1961, blz. 739-740

    1/12/1961, blz. 707

    1/8/1961, blz. 457-458

    1/3/1961, blz. 131-132

    1/4/1957, blz. 163-164, 167-168

    15/3/1954, blz. 91-92

    15/2/1953, blz. 54

    Getuigenis, blz. 172

    „Mijn volgeling”, blz. 109

    Onderwijzer, blz. 92-96

    Jeugd, blz. 159-160

    Grote Onderwijzer, blz. 143-146

  • Publicatie-index

    w18.08 18-22; wp18.1 14-15; g18.1 5; wp17.2 13-14; g16.1 6; cl 300; g 11/13 8; w12 1/6 8; w11 1/7 7-8; bt 172; g 11/08 6-7; cf 109; g 4/06 6; w05 1/8 6; lr 92-96; w02 1/9 9; w01 1/7 12-17; w00 15/9 23-24; w00 15/11 10; w92 15/1 12; w90 15/6 22; w90 1/12 19;

    w85 15/5 19; w79 1/8 28-31; g78 22/9 4; w77 605; g77 22/4 3; g77 22/10 4; g77 8/11 9; yy 160; g76 8/7 18; g75 22/6 3; g75 22/12 3; g74 8/4 6; w73 349, 484, 487, 521; g73 8/4 3; w72 600; te 143; w71 565; g68 22/8 5; g68 8/9 4; g67 22/12 11; w66 404; g66 22/12 3; w65 579; g64 22/11 4; w63 542, 601, 707; w62 612, 728; g62 22/11 4; w61 131, 457, 707, 740; w57 163; w54 91; w53 54

Handelingen 20:36

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren,

    15/9/1977, blz. 559

  • Publicatie-index

    w77 559

Handelingen 20:37

  • omhelsden Paulus: Lett.: ‘vielen Paulus om de hals’. In de Bijbel was iemand in tranen omhelzen en kussen een teken van grote genegenheid, iets wat die ouderlingen beslist voor Paulus voelden. (Zie ook Ge 33:4; 45:14, 15; 46:29; Lu 15:20.)

    kusten hem teder: Of ‘kusten hem liefdevol’. Paulus was geliefd bij zijn broeders vanwege zijn oprechte liefde voor hen. In Bijbelse tijden was een kus een teken van hechte vriendschap (Ge 27:26; 2Sa 19:39). Soms kreeg iemand behalve een kus ook een hartelijke omhelzing en vloeiden er tranen (Ge 33:4; 45:14, 15; Lu 15:20). Het Griekse werkwoord dat met ‘teder kussen’ is weergegeven, wordt opgevat als een intensieve vorm van het werkwoord fileo, dat soms met ‘kussen’ wordt vertaald (Mt 26:48; Mr 14:44; Lu 22:47) maar vaker de betekenis heeft van ‘gehecht zijn aan’ (Jo 5:20; 11:3, vtn.; 16:27; vergelijk de aantekening bij Mt 26:49).

Index

  • Studiehulp

    Getuigenis, blz. 171-172

    De Wachttoren,

    15/9/1977, blz. 559

    1/12/1976, blz. 708

    1/4/1976, blz. 209-210

    1/11/1964, blz. 647-649

  • Publicatie-index

    bt 171-172;

    w77 559; w76 210, 708; w64 648

Handelingen 20:38

Verwijsteksten

  • +Han 20:25

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren,

    1/3/1972, blz. 155

  • Publicatie-index

    w72 155

Andere Bijbelvertalingen

Klik op een versnummer om hetzelfde vers in andere Bijbelvertalingen weer te geven.

Algemeen

Hand. 20:11Kor 16:5, 6; 2Kor 2:12, 13; 7:5-7
Hand. 20:3Han 9:23; 23:12, 16; 25:2, 3; 2Kor 11:23, 26
Hand. 20:4Han 19:29; 27:2
Hand. 20:4Han 16:1, 2
Hand. 20:4Ef 6:21; Kol 4:7; 2Ti 4:12
Hand. 20:4Han 21:29; 2Ti 4:20
Hand. 20:5Han 16:11
Hand. 20:6Ex 12:15; 23:15
Hand. 20:101Kon 17:21, 22; 2Kon 4:32, 34
Hand. 20:10Mt 9:23, 24; Jo 11:39, 40; Han 9:39, 40
Hand. 20:16Han 18:21
Hand. 20:16Le 23:16; De 16:9-11
Hand. 20:16Han 24:17
Hand. 20:18Han 19:9, 10
Hand. 20:191Kor 15:9; 1Th 2:6
Hand. 20:20Han 5:42
Hand. 20:20Mt 28:19, 20; 2Ti 4:2
Hand. 20:21Mr 1:14, 15
Hand. 20:21Lu 24:46, 47
Hand. 20:22Han 19:21
Hand. 20:23Han 9:15, 16; 21:4, 11
Hand. 20:242Kor 4:1; 5:18
Hand. 20:24Han 21:13; 2Ti 4:7
Hand. 20:26Ez 33:8; Han 18:6
Hand. 20:27Mt 28:19, 20
Hand. 20:281Ti 4:16
Hand. 20:281Ti 3:1-7; Tit 1:5-9; Heb 13:17
Hand. 20:28Sp 27:23; Jo 21:15; Ef 4:11; 1Pe 5:2-4
Hand. 20:28Mt 26:27, 28; 1Jo 1:7
Hand. 20:29Mt 7:15; 2Th 2:3; 2Pe 2:1
Hand. 20:301Ti 4:1; 2Ti 4:3, 4; 1Jo 2:18, 19
Hand. 20:31Han 19:9, 10
Hand. 20:32Ef 1:18; Kol 1:12
Hand. 20:331Sa 12:1, 3; Mt 10:8; 1Kor 9:11, 12; 2Kor 7:2; Tit 1:7
Hand. 20:34Han 18:3; 1Kor 4:11, 12; 1Th 2:9
Hand. 20:35Ef 4:28; 1Th 4:11, 12; 2Th 3:7, 8
Hand. 20:35Sp 19:17; Mt 10:8; Lu 6:38
Hand. 20:38Han 20:25
  • Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
  • Lees in Nieuwewereldvertaling (nwt)
  • Lees in Studiebijbel (Rbi8)
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
Handelingen 20:1-38

Handelingen van apostelen

20 Toen de opschudding voorbij was, liet Paulus de discipelen komen. Hij sprak ze moed in, nam afscheid van ze en ging op reis naar Macedonië.+ 2 Nadat hij door die streken was getrokken en veel bemoedigende woorden tot de discipelen had gesproken, kwam hij in Griekenland. 3 Hij bracht daar drie maanden door, maar toen hij op het punt stond per schip naar Syrië te vertrekken, bleek dat er door de Joden een complot tegen hem werd gesmeed.+ Daarom besloot hij via Macedonië terug te gaan. 4 Een aantal mannen ging met hem mee: So̱pater, de zoon van Pyrrhus uit Bere̱a, Arista̱rchus+ en Secu̱ndus uit Thessaloni̱ka, Ga̱jus uit De̱rbe, Timotheüs,+ en Ty̱chikus+ en Tro̱fimus+ uit A̱sia. 5 Die mannen gingen vooruit en wachtten in Tro̱as+ op ons. 6 Maar wij voeren na het Feest van het Ongezuurde Brood+ weg uit Fili̱ppi en kwamen binnen vijf dagen bij hen in Tro̱as. Daar brachten we zeven dagen door.

7 Op de eerste dag van de week kwamen we bij elkaar voor een maaltijd. Omdat Paulus de volgende dag zou vertrekken, sprak hij de aanwezigen toe. Zijn toespraak duurde tot midden in de nacht. 8 In de bovenkamer waar we bijeengekomen waren, brandden heel wat lampen. 9 Een jonge man die E̱u̱tychus heette, zat in het venster en viel in een diepe slaap terwijl Paulus aan het praten was. In zijn slaap viel E̱u̱tychus van de derde verdieping* naar beneden. Toen ze hem optilden, bleek hij dood te zijn. 10 Maar Paulus ging naar beneden, liet zich over hem heen vallen en sloeg zijn armen om hem heen.+ ‘Stop met huilen en jammeren,’ zei hij, ‘want hij leeft.’+ 11 Paulus ging terug naar boven, brak het brood en begon te eten. Hij praatte nog een hele tijd met ze, tot het dag werd, en toen vertrok hij. 12 De aanwezigen namen de jongen levend en wel mee en voelden zich bijzonder getroost.

13 Wij gingen alvast vooruit naar het schip en voeren naar A̱ssus, waar we Paulus aan boord zouden nemen. Zo had hij het met ons afgesproken, want hij wilde daar zelf te voet naartoe gaan. 14 Toen hij zich in A̱ssus weer bij ons aansloot, namen we hem aan boord en gingen naar Mityle̱ne. 15 De volgende dag voeren we daar weg en kwamen we bij Chi̱os. De dag daarna deden we Sa̱mos aan en weer een dag later arriveerden we in Mile̱te. 16 Paulus had besloten E̱feze+ voorbij te varen om geen tijd in A̱sia te hoeven doorbrengen. Hij had namelijk haast omdat hij als het enigszins kon op de dag van het pinksterfeest+ in Jeruzalem wilde zijn.+

17 Maar vanuit Mile̱te stuurde hij een bericht naar E̱feze om de ouderlingen van de gemeente naar hem toe te laten komen. 18 Toen ze bij hem waren gekomen, zei hij tegen ze: ‘Jullie weten heel goed hoe ik me in jullie midden heb gedragen vanaf de eerste dag dat ik in A̱sia kwam.+ 19 Ik heb de Heer met grote nederigheid als slaaf gediend,+ met tranen en met beproevingen als gevolg van de complotten van de Joden. 20 En ik heb niet nagelaten om jullie alles te vertellen wat nuttig was* en om jullie in het openbaar en van huis tot huis+ te onderwijzen.+ 21 Zowel aan Joden als aan Grieken heb ik grondig getuigenis gegeven over berouw+ tegenover God en geloof in onze Heer Jezus.+ 22 En nu ben ik, gebonden in de geest, op weg naar Jeruzalem,+ hoewel ik niet weet wat er daar met me zal gebeuren. 23 Ik weet alleen dat de heilige geest me van stad tot stad herhaaldelijk waarschuwt dat me gevangenschap en beproevingen te wachten staan.+ 24 Maar ik hecht geen enkele waarde aan mijn eigen leven, als ik mijn loopbaan en de taak* die ik van de Heer Jezus heb gekregen,+ maar mag voltooien,+ namelijk om grondig getuigenis te geven van het goede nieuws over de onverdiende goedheid van God.

25 Ik weet dat niemand van jullie aan wie ik het Koninkrijk heb bekendgemaakt, mijn gezicht ooit nog zal zien. 26 Daarom roep ik jullie vandaag op om ervan te getuigen dat ik rein ben van het bloed van alle mensen,+ 27 want ik heb niet nagelaten om jullie alle raad van God te vertellen.+ 28 Let op jezelf+ en op de hele kudde, waarover de heilige geest jullie als opzieners heeft aangesteld,+ om de gemeente van God te hoeden,+ die hij met het bloed van zijn eigen Zoon heeft gekocht.+ 29 Ik weet dat er na mijn vertrek onderdrukkende wolven bij jullie zullen binnendringen,+ die de kudde niet teder zullen behandelen. 30 En uit jullie eigen midden zullen mannen opstaan die de waarheid zullen verdraaien om de discipelen achter zich aan te trekken.+

31 Blijf daarom wakker en houd in gedachte dat ik er drie jaar lang,+ dag en nacht, niet mee ben opgehouden elk van jullie onder tranen raad te geven. 32 En nu vertrouw ik jullie aan God toe en aan het woord van zijn onverdiende goedheid, dat jullie kan opbouwen en jullie de erfenis kan geven met alle geheiligden.+ 33 Ik heb van niemand zilver of goud of kleding verlangd.+ 34 Jullie weten dat ik met deze handen heb voorzien in mijn eigen levensonderhoud+ en in dat van degenen die bij me waren. 35 Ik heb jullie in alles laten zien dat jullie zo, door hard te werken,+ de zwakken moeten ondersteunen. En houd in gedachte wat de Heer Jezus zelf heeft gezegd: “Geven maakt gelukkiger+ dan ontvangen.”’

36 Toen hij die dingen had gezegd, knielde hij samen met alle anderen neer om te bidden. 37 Iedereen barstte in tranen uit en ze omhelsden Paulus en kusten hem teder, 38 want ze waren erg verdrietig omdat hij had gezegd dat ze zijn gezicht niet meer zouden zien.+ Daarna brachten ze hem naar het schip.

Nederlandse publicaties (1950-2023)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2023 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen