Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Handelingen 22
  • Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

Overzicht van Handelingen

    • M. Paulus’ gevangenschap in Jeruzalem (21:18–23:35)

      • Paulus volgt raad ouderlingen op (21:18-26)

      • Rel in tempel, Romeinen arresteren Paulus (21:27-36)

      • Paulus mag menigte toespreken (21:37-40)

      • Paulus verdedigt zich voor menigte, beschrijft eigen bekering (22:1-21)

      • Paulus gebruikt Romeins burgerschap (22:22-29)

      • Sanhedrin komt bijeen (22:30)

      • Paulus spreekt Sanhedrin toe (23:1-10)

      • Heer spreekt Paulus moed in (23:11)

      • Samenzwering om Paulus te doden (23:12-22)

      • Romeinse soldaten brengen Paulus naar Cesarea (23:23-35)

Handelingen 22:1

Verwijsteksten

  • +Fil 1:7

Index

  • Publicatie-index

    w65 575

Handelingen 22:2

  • in het Hebreeuws: Zie aantekening bij Jo 5:2.

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 145, 981

  • Publicatie-index

    it-1 145, 981;

    si63 305; g68 22/11 28

Handelingen 22:3

  • Gamaliël: Een wetsleraar die in Handelingen twee keer wordt genoemd, hier en in Han 5:34. (Zie aantekening bij Han 5:34.)

Verwijsteksten

  • +Ro 11:1
  • +Han 21:39
  • +Han 5:34
  • +Han 26:4, 5
  • +Ga 1:14; Fil 3:4-6

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren,

    15/7/1996, blz. 26-29

  • Publicatie-index

    w96 15/7 26-29

Handelingen 22:4

Verwijsteksten

  • +Han 8:3; 9:1, 2; 26:9-11; 1Ti 1:12, 13

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 2, blz. 1245

  • Publicatie-index

    it-2 1245

Handelingen 22:5

  • raad van oudsten: Of ‘vergadering van oudsten’. Het Griekse woord presbuterion dat hier wordt gebruikt, is verwant aan presbuteros (lett.: ‘oudere man’), dat in de Bijbel voornamelijk wordt gebruikt voor personen die gezag en verantwoordelijkheid dragen in een gemeenschap of natie. Hoewel de term soms duidt op leeftijd (zoals in Lu 15:25 en Han 2:17), wordt die niet uitsluitend toegepast op ouderen. De uitdrukking ‘raad van oudsten’ verwijst hier kennelijk naar het Sanhedrin, de Joodse Hoge Raad in Jeruzalem die bestond uit overpriesters, schriftgeleerden en oudsten. Deze drie groepen worden vaak in één adem genoemd (Mt 16:21; 27:41; Mr 8:31; 11:27; 14:43, 53; 15:1; Lu 9:22; 20:1; zie aantekening bij Lu 22:66).

Media

  • Saulus en Damaskus

Index

  • Publicatie-index

    w72 115

Handelingen 22:6

Verwijsteksten

  • +Han 9:3-8; 26:13-15

Handelingen 22:8

  • de Nazarener: Zie aantekening bij Mr 10:47.

Handelingen 22:9

  • hoorden niet de stem: Of ‘begrepen niet de stem’. In Han 9:3-9 beschrijft Lukas wat Paulus onderweg naar Damaskus overkwam. Deze verslagen geven samen een volledig beeld van wat er gebeurde. Zoals in de aantekening bij Han 9:7 wordt uitgelegd, hoorden de mannen die bij Paulus waren een stem, maar konden ze blijkbaar niet begrijpen wat er gezegd werd. Ze hoorden de stem dus niet op dezelfde manier als Paulus. Dat komt overeen met hoe het Griekse woord voor horen in Han 22:7 wordt gebruikt, waar Paulus uitlegt dat hij ‘een stem hoorde’, wat betekent dat hij hoorde en begreep wat er gezegd werd. In tegenstelling daarmee begrepen Paulus’ reisgenoten niet welke boodschap aan Paulus werd overgebracht, misschien omdat de stem op de een of andere manier gedempt of vervormd klonk. Blijkbaar was het in die betekenis dat ze ‘de stem niet hoorden’. (Vergelijk Mr 4:33 en 1Kor 14:2, waar hetzelfde Griekse woord voor horen kan worden vertaald met ‘begrijpen’ of ‘verstaan’.)

Verwijsteksten

  • +Han 9:7

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 2, blz. 496

    Inzicht, Deel 2, blz. 937

  • Publicatie-index

    it-2 496, 937;

    w74 254-5; si63 329; w51 8

Handelingen 22:10

Verwijsteksten

  • +Han 26:16

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren,

    15/10/2012, blz. 28

  • Publicatie-index

    w12 15/10 28

Handelingen 22:12

Verwijsteksten

  • +Han 9:10

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 119

  • Publicatie-index

    it-1 119;

    w60 558

Handelingen 22:13

  • je kunt weer zien!: Lett.: ‘kijk omhoog!’ Het Griekse woord heeft als grondbetekenis ‘omhoogkijken’ (Mt 14:19; Lu 19:5), maar kan ook slaan op iemand die voor het eerst kan zien (Jo 9:11, 15, 18) of iemand van wie het gezichtsvermogen hersteld wordt (Mr 10:52; Lu 18:42; Han 9:12).

Verwijsteksten

  • +Han 9:17, 18

Handelingen 22:14

Verwijsteksten

  • +1Kor 9:1; 15:8; Ga 1:15, 16

Handelingen 22:15

Verwijsteksten

  • +Han 23:11; 26:16

Handelingen 22:16

  • was je zonden weg door zijn naam aan te roepen: Iemands zonden worden niet weggewassen door het water waarin hij gedoopt wordt, maar doordat hij de naam van Jezus aanroept. Dat houdt in dat hij in Jezus gelooft en dat ook toont door christelijke daden (Han 10:43; Jak 2:14, 18; zie aantekening bij Ro 10:13).

Verwijsteksten

  • +1Kor 6:11; 1Jo 1:7; Opb 1:5
  • +Han 10:43

Index

  • Publicatie-index

    w63 87; w58 510; w55 279

Handelingen 22:17

  • kreeg ik een visioen: Of ‘raakte ik in trance’. Zie voor een bespreking van het Griekse woord ekstasis, dat hier met ‘een visioen’ is weergegeven, de aantekening bij Han 10:10. In sommige vertalingen van de Griekse Geschriften in het Hebreeuws (in App. C4 J14, 17, 22 genoemd) staat: ‘Jehovah’s hand was op mij.’ Een andere vertaling (J18 genoemd) zegt: ‘Jehovah’s geest bekleedde mij.’

Verwijsteksten

  • +Han 9:26; Ga 1:18

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 2, blz. 1152

  • Publicatie-index

    it-2 1152;

    w52 200

Handelingen 22:18

Verwijsteksten

  • +Han 9:28, 29

Handelingen 22:19

Verwijsteksten

  • +Han 8:3

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 2, blz. 884

    De Wachttoren,

    15/6/2007, blz. 17

  • Publicatie-index

    it-2 884; w07 15/6 17

Handelingen 22:20

  • uw getuige: Het Griekse woord voor getuige (martus), slaat op iemand die toeschouwer is bij een daad of voorval. Sommige christenen in de eerste eeuw konden uit persoonlijke ervaring getuigen van de historische feiten over Jezus’ leven, dood en opstanding (Han 1:21, 22; 10:40, 41). Degenen die later in Jezus gingen geloven, konden getuigenis afleggen door de betekenis van zijn leven, dood en opstanding te verkondigen (Han 22:15). In zijn woorden tot Jezus gebruikte Paulus het woord in die betekenis toen hij Stefanus ‘uw getuige’ noemde. Stefanus had voor het Sanhedrin een krachtig getuigenis over Jezus afgelegd. Stefanus was ook de eerste die ervan getuigde dat hij in een speciaal visioen Jezus had gezien, die naar de hemel was teruggegaan en aan de rechterhand van God stond, zoals was geprofeteerd in Ps 110:1 (Han 7:55, 56). Christenen die getuigden kregen vaak te maken met tegenstand, arrestaties, slaag en zelfs de dood, zoals in het geval van Stefanus, Jakobus en anderen. Daarom kreeg martus later de betekenis ‘iemand die getuigt ten koste van zijn leven, een martelaar’, dat wil zeggen iemand die liever sterft dan dat hij zijn geloof afzweert. In die betekenis werd Stefanus de eerste christelijke martelaar, van wie het bloed (...) werd vergoten vanwege het getuigenis dat hij over Christus gaf. (Zie aantekening bij Han 1:8.)

Verwijsteksten

  • +Han 7:58; 8:1; 1Ti 1:13, 15

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren,

    15/6/2007, blz. 17

  • Publicatie-index

    w07 15/6 17

Handelingen 22:21

Voetnoten

  • *

    Zie Woordenlijst.

Verwijsteksten

  • +Han 9:15; 13:2; Ro 1:5; 11:13; Ga 2:7; 1Ti 2:7

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren,

    1/8/1987, blz. 13

  • Publicatie-index

    w87 1/8 13;

    w66 410; w51 267

Handelingen 22:22

Index

  • Publicatie-index

    w73 407; si63 242

Handelingen 22:23

Verwijsteksten

  • +2Sa 16:13

Handelingen 22:24

  • de commandant: De Griekse term chiliarchos (chiliarch) betekent letterlijk ‘heerser over duizend’ soldaten. Het duidt op een Romeinse krijgstribuun. (Zie aantekening bij Jo 18:12.) Rond 56 was Claudius Lysias de commandant van het garnizoen in Jeruzalem (Han 23:22, 26). In Handelingen 21-24 wordt gezegd dat hij Paulus redde van de menigte en van het tumult in het Sanhedrin. Hij schreef ook een brief met uitleg aan gouverneur Felix toen Paulus in het geheim naar Cesarea werd gebracht.

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 2, blz. 883

    De Wachttoren,

    15/12/2001, blz. 21-22

    15/6/1990, blz. 23

  • Publicatie-index

    it-2 883; w01 15/12 21-22; w90 15/6 23

Handelingen 22:25

  • de legerofficier: Of ‘de centurio’. Een centurio was iemand die in het Romeinse leger het bevel had over zo’n 100 soldaten.

    een Romein: Dat wil zeggen een Romeins burger. Dit is het tweede van drie opgetekende gevallen waarin Paulus gebruikmaakte van zijn rechten als Romeins burger. De Romeinse overheid bemoeide zich meestal nauwelijks met Joodse kwesties. Maar de Romeinen raakten niet alleen betrokken bij Paulus’ zaak omdat er een rel ontstond toen hij de tempel bezocht, maar ook omdat hij een Romeins burger was. Het burgerschap gaf iemand bepaalde privileges die in het hele rijk erkend en gerespecteerd werden. Het was bijvoorbeeld niet toegestaan om een Romein die niet veroordeeld was vast te binden of te slaan, omdat men zo’n behandeling alleen passend vond voor slaven. (Zie voor de andere twee voorvallen de aantekeningen bij Han 16:37 en 25:11.)

Voetnoten

  • *

    Of ‘zonder vorm van proces’.

Verwijsteksten

  • +Han 16:37, 38; 23:27

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, blz. 397, 883

    Inzicht, Deel 2, blz. 735

    De Wachttoren,

    1/3/2015, blz. 12

    15/12/2001, blz. 22

  • Publicatie-index

    it-1 397; it-2 735, 883; w15 1/3 12; w01 15/12 22

Handelingen 22:28

  • heb dat burgerrecht (...) gekocht: Of ‘heb dat burgerschap (...) gekocht’. Zoals dit verslag laat zien, was het onder bepaalde omstandigheden mogelijk het Romeins burgerschap voor een bedrag te kopen. Paulus zei tegen Claudius Lysias dat hijzelf als Romeins burger geboren was, wat erop duidt dat een van Paulus’ voorvaders het burgerschap verkregen moet hebben. Er waren nog meer manieren om Romeins burger te worden. Soms werd een vorm van het burgerschap door de keizer aan afzonderlijke personen of zelfs aan alle vrijen in een stad of district verleend als beloning. Een slaaf kon het burgerschap krijgen als hij zichzelf vrijkocht van een Romeins burger of vrijheid van hem kreeg. Een veteraan van de hulptroepen die uit het Romeinse leger was ontslagen, kreeg het burgerschap. Iemand kon het burgerschap ook erven. In de eerste eeuw zullen er in Judea niet veel Romeinse burgers hebben gewoond. Pas in de derde eeuw kregen alle onderdanen in de provincies het Romeins burgerschap.

Media

  • Romeins burgerschap

Verwijsteksten

  • +Han 16:37

Index

  • Studiehulp

    Getuigenis, blz. 184

    Inzicht, blz. 397, 444-445, 1209

    Inzicht, Deel 2, blz. 577

  • Publicatie-index

    bt 184; it-1 397, 444-445; it-2 577, 1209;

    w66 141

Handelingen 22:29

Verwijsteksten

  • +Han 25:16

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, blz. 397, 445, 883

  • Publicatie-index

    it-1 397, 445; it-2 883

Handelingen 22:30

Media

  • Sanhedrin

Verwijsteksten

  • +Mt 10:17, 18; Lu 21:12

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 2, blz. 542

  • Publicatie-index

    it-2 542

Andere Bijbelvertalingen

Klik op een versnummer om hetzelfde vers in andere Bijbelvertalingen weer te geven.

Algemeen

Hand. 22:1Fil 1:7
Hand. 22:3Ro 11:1
Hand. 22:3Han 21:39
Hand. 22:3Han 5:34
Hand. 22:3Han 26:4, 5
Hand. 22:3Ga 1:14; Fil 3:4-6
Hand. 22:4Han 8:3; 9:1, 2; 26:9-11; 1Ti 1:12, 13
Hand. 22:6Han 9:3-8; 26:13-15
Hand. 22:9Han 9:7
Hand. 22:10Han 26:16
Hand. 22:12Han 9:10
Hand. 22:13Han 9:17, 18
Hand. 22:141Kor 9:1; 15:8; Ga 1:15, 16
Hand. 22:15Han 23:11; 26:16
Hand. 22:161Kor 6:11; 1Jo 1:7; Opb 1:5
Hand. 22:16Han 10:43
Hand. 22:17Han 9:26; Ga 1:18
Hand. 22:18Han 9:28, 29
Hand. 22:19Han 8:3
Hand. 22:20Han 7:58; 8:1; 1Ti 1:13, 15
Hand. 22:21Han 9:15; 13:2; Ro 1:5; 11:13; Ga 2:7; 1Ti 2:7
Hand. 22:232Sa 16:13
Hand. 22:25Han 16:37, 38; 23:27
Hand. 22:28Han 16:37
Hand. 22:29Han 25:16
Hand. 22:30Mt 10:17, 18; Lu 21:12
  • Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
  • Lees in Nieuwewereldvertaling (nwt)
  • Lees in Studiebijbel (Rbi8)
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
Handelingen 22:1-30

Handelingen van apostelen

22 ‘Mannen, broeders en vaders, luister naar mijn verdediging.’+ 2 Toen ze hoorden dat hij hen in het Hebreeuws toesprak, werd het nog stiller. Hij zei: 3 ‘Ik ben een Jood,+ geboren in Ta̱rsus in Cili̱cië,+ maar in deze stad onderwezen aan de voeten van Gama̱liël.+ Mij is geleerd om me strikt te houden aan de wet van onze voorouders,+ en ik heb net zo veel ijver voor God als jullie.+ 4 Ik heb de mannen en vrouwen van deze Weg tot de dood toe vervolgd door ze in boeien te slaan en aan gevangenissen over te leveren.+ 5 De hogepriester en de hele raad van oudsten kunnen daarvan getuigen. Van hen kreeg ik ook brieven voor de broeders in Damaskus, en ik was op weg om degenen die daar waren, te boeien en naar Jeruzalem te brengen om te worden gestraft.

6 Maar terwijl ik onderweg was en dicht bij Damaskus kwam, rond het middaguur, werd ik plotseling omgeven door een fel licht uit de hemel.+ 7 Ik viel op de grond en hoorde een stem zeggen: “Saul, Saul, waarom vervolg je mij?” 8 Ik zei: “Heer, wie bent u?” Hij antwoordde: “Ik ben Jezus de Nazarener, die jij vervolgt.” 9 De mannen die bij me waren, zagen wel het licht, maar hoorden niet de stem van degene die tegen me sprak.+ 10 Toen zei ik: “Wat moet ik doen, Heer?” De Heer zei tegen me: “Sta op, ga naar Damaskus. Daar zul je precies te horen krijgen welke taak je is opgelegd.”+ 11 Omdat ik door de schittering van het licht niets meer kon zien, namen degenen die bij me waren me bij de hand en brachten me naar Damaskus.

12 Anani̱as,+ een diepgelovig man die naar de wet leefde en over wie door alle Joden die daar woonden positief werd gesproken, 13 kwam naar me toe. Hij kwam bij me staan en zei: “Saul, broeder, je kunt weer zien!” Op hetzelfde moment keek ik op en ik kon hem zien.+ 14 Hij zei: “De God van onze voorvaders heeft jou uitgekozen om zijn wil te leren kennen en de rechtvaardige te zien+ en de stem van zijn mond te horen. 15 Jij moet namelijk voor hem bij alle mensen een getuige zijn van de dingen die je gezien en gehoord hebt.+ 16 Waarom aarzel je nog? Sta op, laat je dopen en was je zonden weg+ door zijn naam aan te roepen.”+

17 Toen ik weer terug was in Jeruzalem+ en in de tempel aan het bidden was, kreeg ik een visioen 18 en zag ik hem. Hij zei tegen me: “Haast je en vertrek snel uit Jeruzalem, want ze zullen je getuigenis over mij niet aanvaarden.”+ 19 Ik zei: “Heer, ze weten heel goed dat ik degenen die in u geloven vroeger gevangen liet zetten en in de ene synagoge na de andere liet geselen.+ 20 En toen het bloed van uw getuige Ste̱fanus werd vergoten, stond ik erbij. Ik gaf er mijn goedkeuring aan en paste op de bovenkleren van degenen die hem om het leven brachten.”+ 21 Toch zei hij tegen me: “Ga, want ik zal je naar de heidenen* sturen, ver hiervandaan.”’+

22 Ze luisterden naar hem tot hij dat zei. Toen begonnen ze te roepen: ‘Weg van de aarde met die man! Zo iemand verdient het niet te leven!’ 23 Omdat ze stonden te schreeuwen en met hun bovenkleren zwaaiden en stof in de lucht gooiden,+ 24 gaf de commandant opdracht Paulus naar de kazerne te brengen en hem onder geseling een verhoor af te nemen. Hij wilde precies weten waarom ze zo tegen Paulus tekeergingen. 25 Maar toen ze hem hadden vastgebonden om hem te geselen, zei Paulus tegen de legerofficier die erbij stond: ‘Is het jullie toegestaan om een Romein te geselen zonder dat hij veroordeeld is?’*+ 26 Toen de legerofficier dat hoorde, ging hij het aan de commandant vertellen. Hij zei: ‘Wat bent u van plan? Deze man is namelijk een Romein.’ 27 De commandant kwam daarom naar hem toe en vroeg: ‘Zeg eens, bent u een Romein?’ ‘Ja’, antwoordde hij. 28 De commandant zei: ‘Ik heb dat burgerrecht voor een groot bedrag gekocht.’ Daarop zei Paulus: ‘Maar ik ben als Romeins burger geboren.’+

29 De mannen die op het punt stonden hem onder geseling te verhoren, lieten hem meteen met rust. En de commandant werd bang toen hij besefte dat Paulus een Romein was en dat hij hem had laten boeien.+

30 Omdat hij zeker wilde weten waar de Joden Paulus eigenlijk van beschuldigden, liet hij hem de volgende dag vrij en gaf hij de overpriesters en het hele Sanhedrin opdracht bij elkaar te komen. Hij bracht Paulus erheen om voor hen te verschijnen.+

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen