Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Deuteronomium 32
  • Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

Inhoud Deuteronomium

      • Lied van Mozes (1-47)

        • Jehovah de Rots (4)

        • Israël vergeet de Rots (18)

        • ‘De wraak is aan mij’ (35)

        • ‘Wees vrolijk, naties, samen met zijn volk’ (43)

      • Mozes zal sterven op berg Nebo (48-52)

Deuteronomium 32:1

Index

  • Publicatie-index

    bf 85

Deuteronomium 32:2

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren (studie-uitgave),

    6/2020, blz. 10

    Inzicht, blz. 471, 475-476

    Inzicht, Deel 2, blz. 705

    De Wachttoren (studie-uitgave),

    4/2016, blz. 3-4

    Ontwaakt! 1995,

    22/5/1995, blz. 31

    De Wachttoren (1966),

    1/10/1966, blz. 584-585

    15/9/1966, blz. 557-559

    1/4/1962, blz. 211-212

  • Publicatie-index

    w20.06 10; it-1 475; it-2 471, 705; w16.04 3-4; g95 22/5 31;

    w66 558, 585; w62 211

Deuteronomium 32:3

Verwijsteksten

  • +Jo 17:26
  • +1Kr 29:11; Ps 145:3

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren (studie-uitgave),

    6/2020, blz. 10-11

    Inzicht, Deel 1, blz. 324

    Inzicht, Deel 2, blz. 384

  • Publicatie-index

    w20.06 10-11; it-1 324; it-2 384;

    w74 748; ns 237; lg 28

Deuteronomium 32:4

Verwijsteksten

  • +2Sa 22:31; Ps 18:2; 19:7; Jak 1:17
  • +Ps 33:5
  • +De 7:9; 1Pe 4:19
  • +De 25:16
  • +Ge 18:25

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 693, 731

    Nader tot Jehovah, blz. 112

    De Wachttoren,

    1/5/2009, blz. 14

    15/9/2004, blz. 27

    1/3/1989, blz. 19-22

    15/9/1983, blz. 12

    15/4/1977, blz. 234

    1/9/1976, blz. 521, 533-534

    15/12/1974, blz. 748

    1/11/1973, blz. 665

    15/8/1973, blz. 485

    1/6/1973, blz. 325

    15/11/1971, blz. 689

    15/9/1971, blz. 549-550

    1/3/1966, blz. 144-145

    15/4/1966, blz. 229-231

    8/2/1968, blz. 12-13

    15/1/1961, blz. 37-38

    1/5/1954, blz. 138-139

    De Wachttoren,

    15/8/1980, blz. 8

    Heilige geest, blz. 36-37

    Bestaat er een God, blz. 11-12

  • Publicatie-index

    it-1 693, 731; cl 112; w09 1/5 14; w04 15/9 27; w89 1/3 19-22;

    w77 234; hs 37; w76 534; gc 12; w74 748; w73 325, 485, 665; w71 549, 689; g68 8/2 13; w66 144, 230; im 153; g64 8/9 6; g64 8/11 27; g64 22/12 6; g63 8/4 28; w61 38; g60 22/10 28; nh 68; w54 138; lg 28; w49 140; w48 229; tf 269

Deuteronomium 32:5

Voetnoten

  • *

    Of ‘scheefgegroeide en ontwrichte’.

Verwijsteksten

  • +De 31:27; Re 2:19; Ps 14:1
  • +Jes 1:4
  • +Ps 78:8; Lu 9:41

Index

  • Studiehulp

    Ontwaakt!,

    22/3/2002, blz. 30

    8/10/1980, blz. 6-7

    22/8/1977, blz. 27

    De Wachttoren,

    15/12/1988, blz. 10

    15/11/1965, blz. 677-678

  • Publicatie-index

    g02 22/3 30; w88 15/12 10;

    g80 8/10 6; g77 22/8 27; ev 139; g67 22/4 7; im 153; w65 678; w48 229

Deuteronomium 32:6

Verwijsteksten

  • +Jer 4:22
  • +Jes 1:2
  • +Ex 4:22; De 32:18; Jes 63:16

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 324

    De Wachttoren,

    1/9/2008, blz. 5

    1/12/1978, blz. 29

  • Publicatie-index

    it-1 324; w08 1/9 5;

    w78 1/12 29

Deuteronomium 32:7

Verwijsteksten

  • +Ex 13:14; Ps 44:1

Deuteronomium 32:8

Voetnoten

  • *

    Of mogelijk ‘het menselijk ras’.

Verwijsteksten

  • +Ge 10:5; Ps 115:16
  • +Ge 11:9
  • +De 2:5, 19; Han 17:26
  • +Ge 15:18; Ex 23:31

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 807-808, 880

    De Wachttoren,

    1/3/1975, blz. 150

    1/11/1973, blz. 656

    1/2/1963, blz. 75-76

  • Publicatie-index

    it-1 807-808, 880;

    w75 150; w73 656; w63 75

Deuteronomium 32:9

Voetnoten

  • *

    Lett.: ‘deel’.

Verwijsteksten

  • +Ex 19:5; De 7:6
  • +Ps 78:71

Deuteronomium 32:10

Verwijsteksten

  • +De 8:14, 15
  • +Jer 2:6
  • +Ne 9:19, 20
  • +Za 2:8

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 2, blz. 490

    Inzicht, Deel 2, blz. 668-669

    Herstel van het Paradijs, blz. 165-166

  • Publicatie-index

    it-2 490, 668-669;

    pm 165

Deuteronomium 32:11

Verwijsteksten

  • +Ex 19:4

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 158

    Inzicht, Deel 2, blz. 430

    De Wachttoren,

    1/10/2001, blz. 9

    15/6/2001, blz. 26

    15/6/1996, blz. 11

    Ontwaakt! 1983,

    8/6/1983, blz. 9

  • Publicatie-index

    it-1 158; it-2 430; w01 15/6 26; w01 1/10 9; w96 15/6 11;

    g83 8/6 9; g69 22/5 27

Deuteronomium 32:12

Voetnoten

  • *

    D.w.z. Jakob.

Verwijsteksten

  • +De 1:31
  • +Jes 43:12

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren,

    1/10/2001, blz. 9

    15/6/2001, blz. 26

  • Publicatie-index

    w01 15/6 26; w01 1/10 9

Deuteronomium 32:13

Voetnoten

  • *

    Lett.: ‘rots van vuursteen’.

Verwijsteksten

  • +De 33:29
  • +De 8:7, 8

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 1067, 1081

    Inzicht, Deel 2, blz. 461-462

  • Publicatie-index

    it-1 1067, 1081; it-2 462

Deuteronomium 32:14

Voetnoten

  • *

    Of ‘de beste’.

  • *

    Lett.: ‘het niervet van’.

  • *

    Of ‘sap’.

Verwijsteksten

  • +Ps 147:14

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, blz. 243, 1145

    Inzicht, Deel 2, blz. 435

    De Wachttoren,

    15/12/2015, blz. 15

    15/9/2004, blz. 27

    1/5/1989, blz. 16

    1/12/1972, blz. 735

  • Publicatie-index

    it-1 243; it-2 435, 1145; w15 15/12 15; w04 15/9 27; w89 1/5 16;

    w72 735

Deuteronomium 32:15

Voetnoten

  • *

    Bet.: ‘oprechte’, een eretitel voor Israël.

Verwijsteksten

  • +De 31:20; Ne 9:25
  • +Jes 1:4; Ho 13:6

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 2, blz. 72

    Inzicht, Deel 1, blz. 1266-1267

    De Wachttoren (1958),

    15/8/1958, blz. 499-500

  • Publicatie-index

    it-1 1267; it-2 72;

    g66 8/4 29; w58 500

Deuteronomium 32:16

Verwijsteksten

  • +Re 2:12; 1Kon 14:22; 1Kor 10:21, 22
  • +2Kon 23:13; Ez 8:17

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren,

    1/12/1974, blz. 715

  • Publicatie-index

    w74 715

Deuteronomium 32:17

Verwijsteksten

  • +Le 17:7; Ps 106:37; 1Kor 10:20

Index

  • Publicatie-index

    im 151

Deuteronomium 32:18

Verwijsteksten

  • +Ps 106:21; Jes 17:10; Jer 2:32
  • +De 4:34

Index

  • Publicatie-index

    g64 8/7 6

Deuteronomium 32:19

Verwijsteksten

  • +Re 2:14; Ps 78:59

Deuteronomium 32:20

Verwijsteksten

  • +De 31:17
  • +De 32:5; Jes 65:2; Mt 17:17
  • +Jes 1:2

Index

  • Publicatie-index

    w74 715

Deuteronomium 32:21

Voetnoten

  • *

    Of ‘jaloers’.

Verwijsteksten

  • +Ps 96:5; 1Kor 10:21, 22
  • +1Sa 12:10, 21
  • +Ho 2:23; Ro 9:25; 11:11; 1Pe 2:10
  • +Ro 10:19

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 1201-1202

    De Wachttoren (1963),

    1/7/1963, blz. 405-406

    1/2/1951, blz. 40-41

  • Publicatie-index

    it-1 1201-1202;

    si63 208; w63 405; w51 40

Deuteronomium 32:22

Voetnoten

  • *

    Of ‘Sjeool’, het collectieve graf van de mensheid. Zie Woordenlijst.

Verwijsteksten

  • +Klg 4:11
  • +Am 9:2

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 282

    De Wachttoren (1965),

    1/5/1965, blz. 268-269

  • Publicatie-index

    it-1 282;

    w65 269

Deuteronomium 32:24

Verwijsteksten

  • +De 28:53
  • +De 28:21, 22
  • +Le 26:22

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 2, blz. 716

  • Publicatie-index

    it-2 716

Deuteronomium 32:25

Verwijsteksten

  • +Klg 1:20
  • +Ez 7:15
  • +2Kr 36:17; Klg 2:21

Deuteronomium 32:27

Verwijsteksten

  • +1Sa 12:22; Ez 20:14
  • +Ex 32:12; Nu 14:15, 16
  • +Ps 115:2

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 2, blz. 995

  • Publicatie-index

    it-2 995

Deuteronomium 32:28

Voetnoten

  • *

    Of mogelijk ‘dat doof is voor advies’.

Verwijsteksten

  • +Mt 13:15

Deuteronomium 32:29

Verwijsteksten

  • +Ps 81:13
  • +Ho 14:9
  • +Jer 2:19

Index

  • Studiehulp

    Voor eeuwig gelukkig!, les 35

    De Wachttoren,

    1/9/2008, blz. 8-11

    1/7/1999, blz. 32

  • Publicatie-index

    w08 1/9 8-11; w99 1/7 32

Deuteronomium 32:30

Verwijsteksten

  • +2Kr 24:24
  • +Re 2:14; 1Sa 12:9

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 2, blz. 216

  • Publicatie-index

    it-2 216

Deuteronomium 32:31

Verwijsteksten

  • +1Sa 2:2
  • +Ex 14:25; 1Sa 4:8; Ezr 1:2, 3

Deuteronomium 32:32

Verwijsteksten

  • +Ju 7
  • +Jes 5:4; Jer 2:21

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 2, blz. 1275

    De Wachttoren,

    15/3/1979, blz. 19, 26

  • Publicatie-index

    it-2 1275;

    w79 15/3 19, 26

Deuteronomium 32:33

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 446

  • Publicatie-index

    it-1 446

Deuteronomium 32:34

Verwijsteksten

  • +Ro 2:5

Deuteronomium 32:35

Verwijsteksten

  • +Na 1:2; Ro 12:19; Heb 10:30
  • +Ps 73:12, 18

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 2, blz. 1147

    Inzicht, Deel 2, blz. 1297-1298

    De Wachttoren (1966),

    15/2/1966, blz. 113-115

  • Publicatie-index

    it-2 1147, 1297-1298;

    w66 114; g64 22/11 28

Deuteronomium 32:36

Voetnoten

  • *

    Of ‘spijt voelen over’.

Verwijsteksten

  • +Heb 10:30
  • +Re 2:18; Ps 90:13; 106:45; 135:14

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren (1965),

    15/9/1965, blz. 568-570

  • Publicatie-index

    w65 569

Deuteronomium 32:37

Verwijsteksten

  • +Re 10:14

Index

  • Publicatie-index

    lg 167

Deuteronomium 32:38

Voetnoten

  • *

    Of ‘de beste slachtoffers’.

Verwijsteksten

  • +Ho 2:8; 1Kor 10:20, 21

Index

  • Publicatie-index

    lg 167

Deuteronomium 32:39

Verwijsteksten

  • +Jes 41:4; 48:12
  • +De 4:35
  • +1Sa 2:6; Ps 68:20
  • +2Kr 21:16, 18
  • +Nu 12:13; Jer 17:14
  • +Jes 43:13

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 835

    De Wachttoren,

    1/9/1984, blz. 29

    1/12/1975, blz. 735

  • Publicatie-index

    it-1 835;

    w84 1/9 29; w75 735

Deuteronomium 32:40

Verwijsteksten

  • +1Ti 1:17; Opb 10:5, 6

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 1020

    De Wachttoren (1966),

    15/1/1966, blz. 47-48

  • Publicatie-index

    it-1 1020;

    w66 48

Deuteronomium 32:41

Verwijsteksten

  • +Na 1:3
  • +Jes 1:24; 59:18

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren (1965),

    15/9/1965, blz. 568-570

  • Publicatie-index

    w65 569

Deuteronomium 32:42

Index

  • Publicatie-index

    bf 85; g64 22/11 27

Deuteronomium 32:43

Voetnoten

  • *

    Of ‘het land van zijn volk reinigen’.

Verwijsteksten

  • +Ge 12:2, 3; 1Kon 8:43; Ro 3:29; 15:10
  • +2Kon 9:7; Opb 6:10
  • +Mi 5:15

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren,

    1/2/1998, blz. 12, 17

    15/4/1991, blz. 12-13

    15/9/1981, blz. 26-28

    1/6/1978, blz. 8-9

    15/1/1966, blz. 47-48

    15/9/1965, blz. 568-570

    15/4/1956, blz. 190-191

  • Publicatie-index

    w98 1/2 12, 17; w91 15/4 12-13;

    w81 15/9 26; w78 1/6 8; si63 207, 305; w66 47; w65 569; w56 191; w46 72, 291; na46 5

Deuteronomium 32:44

Voetnoten

  • *

    De oorspronkelijke naam van Jozua. Hosea is een verkorte vorm van Hosaja, wat ‘gered door Jah’, ‘Jah heeft gered’ betekent.

Verwijsteksten

  • +Opb 15:3
  • +Nu 11:28; De 31:22, 23

Deuteronomium 32:46

Verwijsteksten

  • +De 11:18
  • +De 6:6, 7

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren,

    15/10/2001, blz. 19

    15/8/1988, blz. 10-12

    15/3/1961, blz. 182-184

    1/12/1959, blz. 710-711

  • Publicatie-index

    w01 15/10 19; w88 15/8 10-12;

    g64 22/4 30; w61 183; w59 710

Deuteronomium 32:47

Verwijsteksten

  • +Le 18:5; De 30:19; Ro 10:5

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren,

    15/4/2008, blz. 5-6

    1/9/1978, blz. 13

    15/12/1964, blz. 755-757

    15/3/1961, blz. 182-184

    1/12/1959, blz. 710-711

  • Publicatie-index

    w08 15/4 5-6;

    w78 1/9 13; w64 756; w61 183; w59 710

Deuteronomium 32:49

Verwijsteksten

  • +Nu 27:12
  • +De 34:1
  • +Ge 10:19; 15:18; Joz 1:3

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 2, blz. 414

  • Publicatie-index

    it-2 414

Deuteronomium 32:50

Voetnoten

  • *

    Een poëtische uitdrukking voor de dood.

Verwijsteksten

  • +Nu 20:28; 33:38

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 263

    De Wachttoren (1965),

    1/5/1965, blz. 265-266

  • Publicatie-index

    it-1 263;

    w65 266

Deuteronomium 32:51

Verwijsteksten

  • +Nu 20:12, 13
  • +Le 22:32; Jes 8:13

Deuteronomium 32:52

Verwijsteksten

  • +Nu 27:13, 14; De 3:27; 34:4, 5

Andere Bijbelvertalingen

Klik op een versnummer om hetzelfde vers in andere Bijbelvertalingen weer te geven.

Algemeen

Deut. 32:3Jo 17:26
Deut. 32:31Kr 29:11; Ps 145:3
Deut. 32:42Sa 22:31; Ps 18:2; 19:7; Jak 1:17
Deut. 32:4Ps 33:5
Deut. 32:4De 7:9; 1Pe 4:19
Deut. 32:4De 25:16
Deut. 32:4Ge 18:25
Deut. 32:5De 31:27; Re 2:19; Ps 14:1
Deut. 32:5Jes 1:4
Deut. 32:5Ps 78:8; Lu 9:41
Deut. 32:6Jer 4:22
Deut. 32:6Jes 1:2
Deut. 32:6Ex 4:22; De 32:18; Jes 63:16
Deut. 32:7Ex 13:14; Ps 44:1
Deut. 32:8Ge 10:5; Ps 115:16
Deut. 32:8Ge 11:9
Deut. 32:8De 2:5, 19; Han 17:26
Deut. 32:8Ge 15:18; Ex 23:31
Deut. 32:9Ex 19:5; De 7:6
Deut. 32:9Ps 78:71
Deut. 32:10De 8:14, 15
Deut. 32:10Jer 2:6
Deut. 32:10Ne 9:19, 20
Deut. 32:10Za 2:8
Deut. 32:11Ex 19:4
Deut. 32:12De 1:31
Deut. 32:12Jes 43:12
Deut. 32:13De 33:29
Deut. 32:13De 8:7, 8
Deut. 32:14Ps 147:14
Deut. 32:15De 31:20; Ne 9:25
Deut. 32:15Jes 1:4; Ho 13:6
Deut. 32:16Re 2:12; 1Kon 14:22; 1Kor 10:21, 22
Deut. 32:162Kon 23:13; Ez 8:17
Deut. 32:17Le 17:7; Ps 106:37; 1Kor 10:20
Deut. 32:18Ps 106:21; Jes 17:10; Jer 2:32
Deut. 32:18De 4:34
Deut. 32:19Re 2:14; Ps 78:59
Deut. 32:20De 31:17
Deut. 32:20De 32:5; Jes 65:2; Mt 17:17
Deut. 32:20Jes 1:2
Deut. 32:21Ps 96:5; 1Kor 10:21, 22
Deut. 32:211Sa 12:10, 21
Deut. 32:21Ho 2:23; Ro 9:25; 11:11; 1Pe 2:10
Deut. 32:21Ro 10:19
Deut. 32:22Klg 4:11
Deut. 32:22Am 9:2
Deut. 32:24De 28:53
Deut. 32:24De 28:21, 22
Deut. 32:24Le 26:22
Deut. 32:25Klg 1:20
Deut. 32:25Ez 7:15
Deut. 32:252Kr 36:17; Klg 2:21
Deut. 32:271Sa 12:22; Ez 20:14
Deut. 32:27Ex 32:12; Nu 14:15, 16
Deut. 32:27Ps 115:2
Deut. 32:28Mt 13:15
Deut. 32:29Ps 81:13
Deut. 32:29Ho 14:9
Deut. 32:29Jer 2:19
Deut. 32:302Kr 24:24
Deut. 32:30Re 2:14; 1Sa 12:9
Deut. 32:311Sa 2:2
Deut. 32:31Ex 14:25; 1Sa 4:8; Ezr 1:2, 3
Deut. 32:32Ju 7
Deut. 32:32Jes 5:4; Jer 2:21
Deut. 32:34Ro 2:5
Deut. 32:35Na 1:2; Ro 12:19; Heb 10:30
Deut. 32:35Ps 73:12, 18
Deut. 32:36Heb 10:30
Deut. 32:36Re 2:18; Ps 90:13; 106:45; 135:14
Deut. 32:37Re 10:14
Deut. 32:38Ho 2:8; 1Kor 10:20, 21
Deut. 32:39Jes 41:4; 48:12
Deut. 32:39De 4:35
Deut. 32:391Sa 2:6; Ps 68:20
Deut. 32:392Kr 21:16, 18
Deut. 32:39Nu 12:13; Jer 17:14
Deut. 32:39Jes 43:13
Deut. 32:401Ti 1:17; Opb 10:5, 6
Deut. 32:41Na 1:3
Deut. 32:41Jes 1:24; 59:18
Deut. 32:43Ge 12:2, 3; 1Kon 8:43; Ro 3:29; 15:10
Deut. 32:432Kon 9:7; Opb 6:10
Deut. 32:43Mi 5:15
Deut. 32:44Opb 15:3
Deut. 32:44Nu 11:28; De 31:22, 23
Deut. 32:46De 11:18
Deut. 32:46De 6:6, 7
Deut. 32:47Le 18:5; De 30:19; Ro 10:5
Deut. 32:49Nu 27:12
Deut. 32:49De 34:1
Deut. 32:49Ge 10:19; 15:18; Joz 1:3
Deut. 32:50Nu 20:28; 33:38
Deut. 32:51Nu 20:12, 13
Deut. 32:51Le 22:32; Jes 8:13
Deut. 32:52Nu 27:13, 14; De 3:27; 34:4, 5
  • Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
  • Lees in Nieuwewereldvertaling (nwt)
  • Lees in Studiebijbel (Rbi8)
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
Deuteronomium 32:1-52

Deuteronomium

32 ‘Luister, o hemel, dan zal ik spreken,

en laat de aarde de woorden van mijn mond horen.

 2 Mijn onderwijs zal neerdalen als de regen,

mijn woorden zullen zijn als dauwdruppels,

als fijne regen op het gras

en als overvloedige regenbuien op de plantengroei.

 3 Want ik zal de naam van Jehovah bekendmaken.+

Vertel over de grootheid van onze God!+

 4 De Rots, alles wat hij doet is volmaakt,+

want al zijn wegen zijn gerechtigheid.+

Een God van trouw,+ zonder onrecht;+

rechtvaardig en oprecht is hij.+

 5 Zij zijn degenen die verdorven hebben gehandeld.+

Ze zijn zijn kinderen niet, de fout ligt bij henzelf.+

Ze zijn een trouweloze en ontaarde* generatie!+

 6 Dwaas en onverstandig volk,+

is dat de manier waarop jullie Jehovah behandelen?+

Is hij niet jullie Vader, die jullie tot bestaan heeft gebracht,+

degene die jullie heeft gemaakt en jullie heeft gefundeerd?

 7 Denk terug aan vroeger tijden,

sta stil bij de jaren van voorbije generaties.

Vraag je vader ernaar, hij kan het je zeggen.+

Vraag het de oudsten, zij zullen je erover vertellen.

 8 Toen de Allerhoogste de volken hun erfdeel gaf,+

toen hij de zonen van Adam* van elkaar scheidde,+

stelde hij de grenzen van de volken vast+

in overeenstemming met het aantal Israëlieten.+

 9 Want Jehovah’s volk is zijn bezit,*+

Jakob is zijn erfdeel.+

10 Hij vond hem in een woest land,+

in een eenzame, huilende woestijn.+

Hij beschermde hem en omringde hem met zorg,+

hij beschermde hem als zijn oogappel.+

11 Zoals een arend zijn jongen aanspoort

en boven ze blijft zweven,

zijn vleugels uitspreidt en ze opneemt,

ze draagt op zijn wieken,+

12 zo bleef alleen Jehovah hem* leiden.+

Er was geen vreemde god bij hem.+

13 Hij liet hem rijden over de hoogten van de aarde,+

zodat hij de oogst van het land kon eten.+

Hij voedde hem met honing uit de steile rots

en met olie uit hard gesteente,*

14 met boter van runderen en melk van kleinvee,

samen met het vet van* schapen,

met rammen van Ba̱san en met bokken,

samen met de beste* tarwe.+

En je dronk wijn van het bloed* van druiven.

15 Toen Je̱schurun* vet werd, trapte hij opstandig achteruit.

Je bent dik geworden — vet en opgezwollen.+

Daarom verliet hij God, die hem gemaakt had,+

en hij verachtte de Rots van zijn redding.

16 Ze wekten zijn woede op met vreemde goden,+

ze tergden hem met walgelijke dingen.+

17 Ze brachten slachtoffers aan demonen, niet aan God,+

aan goden die onbekend voor hen waren,

nieuwe goden die nog maar net bestonden,

goden die jullie voorouders niet kenden.

18 Je vergat de Rots+ die jou had verwekt,

je dacht niet aan de God die jou ter wereld had gebracht.+

19 Toen Jehovah dat zag, verwierp hij hen+

omdat zijn zonen en dochters hem tergden.

20 Daarom zei hij: “Ik zal mijn gezicht voor hen verbergen,+

ik zal zien hoe het met hen afloopt.

Want het is een verdorven generatie,+

het zijn zonen die geen trouw kennen.+

21 Ze hebben mij woedend* gemaakt met wat geen god is,+

ze hebben mij getergd met hun waardeloze afgoden.+

Daarom zal ik hen jaloers maken met wat geen volk is,+

ik zal hen tergen met een onverstandig volk.+

22 Want mijn woede heeft een vuur ontstoken+

dat zal branden tot in de diepten van het Graf.*+

Het zal de aarde en haar opbrengst verteren

en de fundamenten van de bergen in vlam zetten.

23 De ene ramp na de andere zal ik over hen brengen,

al mijn pijlen zal ik op hen afschieten.

24 Ze zullen uitgemergeld zijn van de honger,+

verteerd door hoge koorts en gruwelijke verwoesting.+

Ik zal de tanden van wilde dieren op hen af sturen+

en het gif van reptielen die in het stof kruipen.

25 Buiten zal een zwaard hen beroven,+

binnen heerst er grote angst+

bij jonge mannen en maagden,

bij zuigelingen en grijsaards.+

26 Ik zou gezegd hebben: ‘Ik zal hen verstrooien,

ik zal zorgen dat niemand zich hen nog herinnert.’

27 Maar ik was bang voor de reactie van de vijand,+

want de tegenstanders zouden het verkeerd kunnen begrijpen.+

Misschien zeggen ze: ‘Dankzij onze macht hebben we overwonnen.+

Het was niet Jehovah die dit allemaal heeft gedaan.’

28 Want ze zijn een volk zonder begrip.*

Het ontbreekt hun aan verstand.+

29 Waren ze maar wijs!+ Dan zouden ze hierbij stilstaan.+

Ze zouden overdenken hoe het met hen afloopt.+

30 Hoe zou één er 1000 kunnen achtervolgen

en zouden twee er 10.000 op de vlucht kunnen jagen?+

Alleen als hun Rots hen had verkocht+

en Jehovah hen had overgeleverd.

31 Want hun rots is niet als onze Rots,+

zelfs onze vijanden beseffen dat.+

32 Want hun wijnstok is afkomstig van de wijnstok van Sodom

en van de terrassen van Gomorra.+

Hun druiven zijn giftige druiven,

hun trossen zijn bitter.+

33 Hun wijn is venijnig slangengif,

meedogenloos gif van cobra’s.

34 Is dat niet bij mij bewaard,

verzegeld in mijn schatkamer?+

35 Het is aan mij om wraak te nemen en te vergelden+

op de vastgestelde tijd wanneer hun voet uitglijdt.+

Want de dag van hun ondergang is dichtbij

en wat hun wacht, zal snel komen.”

36 Want Jehovah zal zijn volk oordelen+

en hij zal medelijden hebben met* zijn dienaren+

wanneer hij ziet dat hun kracht is afgenomen

en er alleen nog hulpelozen en zwakken zijn.

37 Dan zal hij zeggen: “Waar zijn hun goden+

— de rots bij wie ze bescherming zochten —

38 die het vet van hun slachtoffers* aten

en de wijn van hun drankoffers dronken?+

Laten zij maar opstaan om jullie te helpen.

Laten zij jullie toevlucht worden.

39 Besef toch dat ik het ben, ik alleen;+

buiten mij zijn er geen goden.+

Ik breng ter dood en ik maak levend.+

Ik verwond+ en ik genees.+

Er is niemand die kan redden uit mijn hand.+

40 Want ik hef mijn hand op naar de hemel

en ik zweer: ‘Zo zeker als ik eeuwig leef’,+

41 als ik mijn bliksemend zwaard scherp

en mijn hand klaarmaak om te oordelen,+

zal ik wraak nemen op mijn tegenstanders+

en afrekenen met degenen die mij haten.

42 Ik zal mijn pijlen dronken maken van bloed

en mijn zwaard zal vlees eten,

van het bloed van gesneuvelden en gevangenen,

van de hoofden van de aanvoerders van de vijand.”

43 Wees vrolijk, naties, samen met zijn volk,+

want hij zal het bloed van zijn dienaren wreken,+

hij zal wraak nemen op zijn tegenstanders+

en verzoening doen voor het land van zijn volk.’*

44 In aanwezigheid van het volk droeg Mozes alle woorden van dit lied voor,+ samen met Hosea,*+ de zoon van Nun. 45 Nadat Mozes al die woorden tot heel Israël had gesproken, 46 zei hij tegen hen: ‘Neem alle woorden waarmee ik jullie vandaag heb gewaarschuwd ter harte,+ zodat jullie je zonen kunnen opdragen zich strikt te houden aan alle woorden van deze wet.+ 47 Want dit is geen woord zonder inhoud voor jullie, maar het betekent jullie leven,+ en door dit woord kunnen jullie lang leven in het land dat jullie aan de overkant van de Jordaan in bezit gaan nemen.’

48 Nog diezelfde dag zei Jehovah tegen Mozes: 49 ‘Ga het A̱barimgebergte in+ en beklim de berg Ne̱bo,+ die in het land Moab ligt, tegenover Jericho, en kijk uit over het land Kanaän, dat ik de Israëlieten in bezit geef.+ 50 Dan zul je sterven op de berg die je gaat beklimmen en zul je tot je volk vergaderd worden,* zoals je broer Aäron op de berg Hor is gestorven+ en tot zijn volk is vergaderd. 51 Want jullie zijn allebei ontrouw aan mij geweest in het bijzijn van de Israëlieten bij het water van Me̱riba+ bij Ka̱des, in de woestijn van Zin, doordat jullie mij niet hebben geheiligd voor de ogen van het volk Israël.+ 52 Vanuit de verte zul je het land zien, maar je zult het land dat ik Israël geef, niet binnengaan.’+

Nederlandse publicaties (1950-2022)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2022 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen