8 En Jehovah sprak verder tot Aä̱ron: „Wat mij aangaat, zie! ik heb u de zorg opgedragen voor de bijdragen die mij worden geschonken.+ Van alle heilige dingen van de zonen van I̱sraël heb ik ze u en uw zonen gegeven als een aandeel, als een toegewezen deel tot onbepaalde tijd.+