23 En GIJ moogt niet wandelen in de inzettingen van de natiën die ik van voor UW aangezicht wegzend,+ want zij hebben al deze dingen gedaan en ik heb een afschuw van hen.+
12 Want iedereen die deze dingen doet, is iets verfoeilijks voor Jehovah, en wegens deze verfoeilijkheden verdrijft Jehovah, uw God, hen van voor uw aangezicht.+