22 En gijlieden moet al mijn inzettingen+ en al mijn rechterlijke beslissingen+ onderhouden en ze volbrengen, opdat het land waarheen ik U breng om daarin te wonen, U niet uitbraakt.+

4 Nu dan, o I̱sraël, luister naar de voorschriften en de rechterlijke beslissingen die ik U leer om [ze] te volbrengen, opdat GIJ moogt leven+ en het land dat Jehovah, de God van UW voorvaders, U geeft, inderdaad moogt binnengaan en in bezit moogt nemen.

40 En gij moet zijn voorschriften+ en zijn geboden die ik u heden gebied, onderhouden, opdat het u en uw zonen na u goed moge gaan+ en opdat gij uw dagen moogt verlengen op de bodem die Jehovah, uw God, u geeft,+ voor altijd.”

12 Zo zullen bijvoorbeeld allen die zonder wet hebben gezondigd, ook zonder wet vergaan;+ maar allen die onder de wet hebben gezondigd,+ zullen door de wet worden geoordeeld.+