20 Toen deed Ja̱kob een gelofte+ en zei: „Indien God met mij zal blijven en mij stellig zal behoeden op deze weg die ik ga, en mij stellig brood zal geven om te eten en kleren om te dragen,+
2 „Spreek tot de zonen van I̱sraël, en gij moet tot hen zeggen: ’Ingeval een man door een bijzondere gelofte+ zielen aan Jehovah aanbiedt naar de geschatte waarde,