Jozua 18:28 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 28 en Ze̱la,+ E̱lef en Jebu̱si,* dat wil zeggen Jeru̱zalem,+ Gi̱bea+ en Ki̱rjath; veertien steden en hun nederzettingen. Dit was het erfdeel van de zonen van Be̱njamin, volgens hun families.+ Rechters 1:21 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 21 En de zonen van Be̱njamin verdreven de Jebusieten die Jeru̱zalem bewoonden niet;+ maar de Jebusieten wonen nog tot op deze dag met de zonen van Be̱njamin in Jeru̱zalem.+ 2 Samuël 5:9 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 9 En Da̱vid ging in de vesting wonen, en ze werd de Stad van Da̱vid genoemd; voorts bouwde Da̱vid rondom, van de Wal*+ af binnenwaarts. Psalm 125:2 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 2 Jeru̱zalem — zoals er bergen rondom haar zijn,+Zo is Jehovah rondom zijn volk,+Van nu aan en tot onbepaalde tijd.+
28 en Ze̱la,+ E̱lef en Jebu̱si,* dat wil zeggen Jeru̱zalem,+ Gi̱bea+ en Ki̱rjath; veertien steden en hun nederzettingen. Dit was het erfdeel van de zonen van Be̱njamin, volgens hun families.+
21 En de zonen van Be̱njamin verdreven de Jebusieten die Jeru̱zalem bewoonden niet;+ maar de Jebusieten wonen nog tot op deze dag met de zonen van Be̱njamin in Jeru̱zalem.+
9 En Da̱vid ging in de vesting wonen, en ze werd de Stad van Da̱vid genoemd; voorts bouwde Da̱vid rondom, van de Wal*+ af binnenwaarts.
2 Jeru̱zalem — zoals er bergen rondom haar zijn,+Zo is Jehovah rondom zijn volk,+Van nu aan en tot onbepaalde tijd.+