11 Toen kwam het lot+ op voor de stam der zonen van Be̱njamin,+ volgens hun families, en het gebied dat het lot hun toewees, strekte zich uit tussen de zonen van Ju̱da+ en de zonen van Jo̱zef.+
60 en uit de stam Be̱njamin, Ge̱ba+ met zijn weidegronden en A̱lemeth+ met zijn weidegronden en A̱nathoth+ met zijn weidegronden. Al hun steden waren dertien+ steden onder hun families.