Genesis 30:20 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 20 Toen zei Le̱a: „God heeft mij, ja mij, begiftigd met een goed geschenk. Eindelijk zal mijn man mij dulden,*+ omdat ik hem zes zonen heb gebaard.”+ Daarom gaf zij hem de naam Ze̱bulon.*+ Genesis 35:23 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 23 De zonen bij Le̱a waren Ja̱kobs eerstgeborene Ru̱ben+ en Si̱meon en Le̱vi en Ju̱da en I̱ssaschar en Ze̱bulon. Jozua 19:10 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 10 Vervolgens kwam het derde lot+ op voor de zonen van Ze̱bulon,+ volgens hun families, en de grens van hun erfdeel strekte zich uit tot aan Sa̱rid.
20 Toen zei Le̱a: „God heeft mij, ja mij, begiftigd met een goed geschenk. Eindelijk zal mijn man mij dulden,*+ omdat ik hem zes zonen heb gebaard.”+ Daarom gaf zij hem de naam Ze̱bulon.*+
23 De zonen bij Le̱a waren Ja̱kobs eerstgeborene Ru̱ben+ en Si̱meon en Le̱vi en Ju̱da en I̱ssaschar en Ze̱bulon.
10 Vervolgens kwam het derde lot+ op voor de zonen van Ze̱bulon,+ volgens hun families, en de grens van hun erfdeel strekte zich uit tot aan Sa̱rid.