2 En Jehovah, uw God, zal ze stellig aan u overleveren, en gij moet ze verslaan.+ Gij dient ze zonder mankeren aan de vernietiging prijs te geven.+ Gij moogt geen verbond met hen sluiten noch hun ook maar enige gunst betonen.+
16 En gij moet alle volken die Jehovah, uw God, u geeft, verteren.+ Uw oog mag geen leed over hen gevoelen;+ en gij moogt hun goden niet dienen,+ want dat zal een strik voor u zijn.+