11 „Wat baat mij de veelheid van UW slachtoffers?”, zegt Jehovah. „Ik heb genoeg gehad van volledige brandoffers+ van rammen+ en het vet van weldoorvoede dieren;+ en in het bloed+ van jonge stieren en mannetjeslammeren en bokken+ heb ik geen behagen geschept.+
6 Waarmee zal ik Jehovah tegemoet treden?+ [Waarmee] zal ik mij buigen voor God in den hoge?+ Zal ik hem tegemoet treden met volledige brandoffers,+ met eenjarige kalveren?