12 En omdat hij zich verootmoedigde, wendde Jehovah’s toorn zich van hem af,+ en hij [dacht er] niet [over] hen volledig in het verderf te storten.+ En bovendien bleken er nog goede dingen in Ju̱da te zijn.+
14 En zie! iemand is vader geworden van een zoon die al de zonden van zijn vader, die hij heeft gedaan, blijft zien, en hij ziet [ze]* en doet dergelijke dingen niet.+