42 Hij zei nu tot hem: „Dit heeft Jehovah gezegd: ’Omdat gij de man die aan mij ter vernietiging was overgegeven,* uit uw hand hebt laten gaan,+ moet uw ziel voor zijn ziel in de plaats komen,+ en uw volk voor zijn volk.’”+
22 Nu dan, zie, Jehovah heeft een bedrieglijke geest in de mond van deze profeten van u gelegd;+ maar Jehovah zelf heeft rampspoed betreffende u gesproken.”+
11 zo zal mijn woord dat uit mijn mond uitgaat, blijken te zijn.+ Het zal niet zonder resultaten tot mij terugkeren,+ maar het zal stellig datgene doen waarin ik behagen heb geschept,+ en het zal stellig succes hebben in dat waarvoor ik het heb gezonden.+