17 zei uw dienstmaagd vervolgens: ’Laat het woord van mijn heer de koning alstublieft tot geruststelling dienen.’ Want als een engel+ van de [ware] God, zó is mijn heer de koning, om te onderscheiden wat goed en wat slecht is,+ en moge Jehovah, uw God, zelf met u blijken te zijn.”