22 En GIJ moet een bosje hysop+ nemen en dat in het bloed in een bekken dopen* en wat van het bloed dat in het bekken is, aan het bovengedeelte van de deuropening en aan de twee deurposten strijken; en niemand van U dient tot de morgen de ingang van zijn huis uit te gaan.
18 Dan moet een rein man+ hysop+ nemen en die in het water dopen en daarmee spatten op de tent en alle vaten en de zielen die zich daar bevonden en op degene die het been of de neergevelde of het dode lichaam of de grafstede heeft aangeraakt.
19 Want toen Mo̱zes elk gebod volgens de Wet tot heel het volk had gesproken,+ nam hij het bloed van de jonge stieren en van de bokken met water en scharlaken wol en hysop+ en besprenkelde het boek* zelf en heel het volk,