9 De formeerders van het gesneden beeld zijn allen een onwerkelijkheid,+ en hun lievelingen* zelf zullen geen baat verschaffen;+ en als hun getuigen* zien zij niets en weten niets,+ opdat zij beschaamd worden.+
5 Ze zijn als een vogelverschrikker in een komkommerveld, en kunnen niet spreken.+ Zonder mankeren worden ze gedragen, want ze kunnen geen stap doen.+ Weest niet bevreesd wegens ze, want ze kunnen niets rampspoedigs doen en, wat meer is, ze zijn niet bij machte iets goeds te doen.”+
5 Want alle volken, van hun kant, zullen elk in de naam van hun god* wandelen;+ maar wij, van onze kant, zullen wandelen in de naam van Jehovah,* onze God,*+ tot onbepaalde tijd, ja voor eeuwig.*+
23 en zij hebben de heerlijkheid+ van de onvergankelijke God veranderd in iets wat gelijkt op het beeld+ van een vergankelijk mens en van vogels en van viervoetige en kruipende dieren.+