27 Nu gebeurde het dat zodra A̱chab deze woorden hoorde, hij voorts zijn klederen scheurde en een zak om zijn vlees deed;+ en hij ging vasten en legde zich voortdurend neer in de zak en liep gedrukt+ rond.
30 Het geschiedde nu dat zodra de koning de woorden van de vrouw hoorde, hij onmiddellijk zijn klederen scheurde;+ en terwijl hij op de muur voorbijging, zag het volk voorts, en zie! hij had daaronder een zak op zijn vlees.
4En Mo̱rdechai+ zelf kwam te weten wat er allemaal was gedaan;+ en Mo̱rdechai scheurde toen zijn kleren en hulde zich in zak+ en as+ en ging uit naar het midden van de stad en hief een luid en bitter geschrei aan.+
12 En de Soevereine+ Heer, Jehovah der legerscharen, zal op die dag oproepen tot geween+ en tot rouwklacht en tot kaalheid en tot omgording met de zak.+