2 En hij bleef doen wat kwaad was in Jehovah’s ogen+ en ging de zonde navolgen van Jero̱beam,+ de zoon van Ne̱bat, waarmee hij I̱sraël had doen zondigen.+ Daarvan week hij niet af.
24 En hij bleef doen wat kwaad was in Jehovah’s ogen. Hij week niet af van alle zonden van Jero̱beam, de zoon van Ne̱bat, waarmee hij I̱sraël had doen zondigen.+