10 Meer dan dat, Jo̱zua maakte in die tijd+ rechtsomkeert en nam Ha̱zor+ in; en zijn koning sloeg hij neer met het zwaard,+ want Ha̱zor was voordien het hoofd van al die koninkrijken.
2 Daarom verkocht+ Jehovah hen in de hand van Ja̱bin, de koning van Ka̱naän, die te Ha̱zor+ regeerde; en zijn legeroverste* was Si̱sera,+ en hij woonde in Haro̱seth+ der natiën.*