18 Ik spreek niet van U allen; ik weet wie ik heb uitgekozen.+ Maar het is opdat de schriftplaats vervuld zou worden:+ ’Hij die zich met mijn brood placht te voeden, heeft zijn hiel tegen mij opgeheven.’+
26 Jezus dan antwoordde: „Het is degene aan wie ik de bete zal geven die ik indoop.”+ Na daarom de bete te hebben ingedoopt, nam hij ze en gaf ze aan Ju̱das, de zoon van Si̱mon Iska̱riot.