10 Maar zíȷ́ werden weerspannig+ en maakten dat zijn heilige geest zich gegriefd voelde.+ Nu veranderde hij in een vijand+ van hen; hijzelf streed tegen hen.+
16 Want wie waren het die hoorden en toch verbittering veroorzaakten?+ Waren het in feite niet al degenen die onder Mo̱zes uit Egy̱pte waren getrokken?+