13 Bovendien is het mijn hand die de aarde heeft gegrondvest,+ en mijn rechterhand die de hemelen heeft uitgespannen.+ Ik roep ze toe, opdat ze te zamen in stand blijven.+
„Het woord van Jehovah betreffende I̱sraël”, is de uitspraak van Jehovah, die [de] hemel uitspant+ en [de] aarde grondvest+ en de geest+ van de mens* in zijn binnenste vormt.