21 Want schepen behorend aan de koning voeren met de knechten van Hi̱ram+ naar Ta̱rsis.+ Eens in de drie jaar kwamen er doorgaans schepen van Ta̱rsis binnen, beladen met goud en zilver,+ ivoor,+ en apen en pauwen.+
9 Zelfs oude mannen uit Ge̱bal*+ en haar vakmensen bevonden zich in u als breeuwers voor uw naden.*+ Alle schepen der zee en hun zeelieden zelf bevonden zich in u, ten einde koopwaar te ruilen.