6 Ik heb uw naam openbaar gemaakt aan de mensen die gij mij uit de wereld hebt gegeven.+ Zij waren van u, en gij hebt hen aan mij gegeven, en zij hebben uw woord onderhouden.
23 Want indien iemand een hoorder van het woord is en geen dader,+ dan gelijkt zo iemand op een man die zijn natuurlijke aangezicht in een spiegel bekijkt.