27 Terstond strekte Mo̱zes zijn hand uit over de zee en tegen het aanbreken van de morgen keerde de zee geleidelijk tot haar normale stand terug. Al die tijd vluchtten de Egyptenaren om haar te ontwijken, maar Jehovah schudde de Egyptenaren af in het midden van de zee.+
4 noch wat hij met de strijdkrachten van Egy̱pte, zijn paarden en zijn strijdwagens heeft gedaan, over wier aangezicht hij de wateren van de Rode Zee heen deed stromen toen zij hen najoegen,+ en waarop Jehovah hen heeft verdelgd tot op deze dag;+
11 En de zee hebt gij voor hen gespleten,+ zodat zij midden door de zee over het droge land zijn overgetrokken;+ en hun achtervolgers hebt gij in de diepte geslingerd,+ als een steen+ in geweldige wateren.+