7 Wat de beginselloze man betreft, zijn werktuigen zijn slecht;+ hijzelf heeft raad gegeven met betrekking tot losbandige gedragingen,+ om de ellendigen met leugenwoorden te gronde te richten,+ zelfs wanneer een arme spreekt wat recht is.
3 GIJ die ook het organisme van mijn volk hebt gegeten+ en hun zelfs de huid hebt afgestroopt en zelfs hun beenderen hebt stukgeslagen en [hen] hebt verbrijzeld als dat wat in een pot met wijde opening zit en als vlees midden in een kookpot.+
14 Met zijn eigen staven hebt gij [het] hoofd van zijn krijgslieden doorboord+ [toen] zij aanstormden om mij te verstrooien.+ Hun uitgelaten gejubel was als van hen die eropuit zijn een ellendige in een schuilplaats te verslinden.+
4 Ziet! Het loon dat de werkers toekomt die UW velden hebben geoogst maar dat GIJ hebt ingehouden,+ blijft het uitroepen,+ en de hulpkreten+ van de zijde der oogsters zijn tot de oren+ van Jehovah* der legerscharen doorgedrongen.