15 Op zijn dag dient gij hem zijn loon te geven,+ en de zon dient daarover niet onder te gaan, want hij verkeert in moeilijkheden en heft zijn ziel op naar zijn loon; opdat hij niet tegen u tot Jehovah roept+ en het van uw zijde zonde moet worden.+
8 Indien gij enige onderdrukking van de onbemiddelde en het gewelddadig wegnemen van recht+ en van rechtvaardigheid ziet in een rechtsgebied, verbaas u niet over de aangelegenheid,+ want iemand die hoger is dan de hoge+ waakt,+ en er zijn er die hoog boven hen zijn.*