2 Zie! God* is mijn redding.+ Ik zal vertrouwen en niet in angst verkeren;+ want Jah* Jehovah* is mijn sterkte+ en [mijn*] macht,*+ en hij werd mij tot redding.”+
9 En op die dag zal men stellig zeggen: „Zie! Dit is onze God.*+ Wij hebben op hem gehoopt+ en hij zal ons redden.+ Dit is Jehovah.+ Wij hebben op hem gehoopt. Laten wij blij zijn en ons verheugen in de redding door hem.”*+