20 Gij zult niet met hen verenigd worden in een graf,* omdat gij uw eigen land in het verderf hebt gestort, uw eigen volk hebt gedood. Tot onbepaalde tijd zal het nageslacht* der boosdoeners niet worden genoemd.*+
39 „Wanneer zij verhit zijn, zal ik hun feestmalen aanrechten, en ik wil hen dronken maken, opdat zij uitgelaten worden;*+ en zij moeten een voor onbepaalde tijd durende slaap slapen,* waaruit zij niet zullen ontwaken”,+ is de uitspraak van Jehovah.