3 En hij ging de weg bewandelen van de koningen van I̱sraël,+ en hij liet zelfs zijn eigen zoon door het vuur gaan,+ overeenkomstig de verfoeilijkheden+ van de natiën die Jehovah wegens de zonen van I̱sraël verdreven had.
31 En zij hebben de hoge plaatsen van To̱feth+ gebouwd, dat in het dal van de zoon van Hi̱nnom*+ ligt, om hun zonen en hun dochters in het vuur te verbranden,+ iets wat ik niet geboden had en wat in mijn hart niet was opgekomen.’+