2 En het moet geschieden in het laatst der dagen+ [dat] de berg van het huis+ van Jehovah stevig bevestigd zal worden boven de top der bergen,+ en hij zal stellig verheven worden boven de heuvels;+ en daarheen moeten alle natiën stromen.+
9 Na deze dingen zag ik, en zie! een grote schare,+ die niemand tellen kon, uit alle natiën*+ en stammen en volken+ en talen,+ staande voor de troon+ en voor het Lam, gehuld in lange witte gewaden,+ en er waren palmtakken+ in hun handen.