5 En in liefderijke goedheid* zal er stellig een troon stevig bevestigd worden;+ en iemand moet in waarachtigheid* daarop zitten in de tent van Da̱vid,+ terwijl hij richt en gerechtigheid zoekt en prompt is in rechtvaardigheid.”+
30 Ik kan niets uit mijzelf* doen; gelijk ik hoor, oordeel ik; en het oordeel dat ik vel, is rechtvaardig,+ want ik zoek niet mijn eigen wil, maar de wil+ van hem die mij heeft gezonden.