38 En ik wil uit U de opstandigen en de overtreders tegen mij uitschiften,+ want uit het land van hun inwonende vreemdelingschap zal ik hen uitleiden, maar op I̱sraëls bodem zullen zij niet komen;+ en gijlieden zult moeten weten dat ik Jehovah ben.’+
7 Maar door hetzelfde woord zijn de hemelen+ en de aarde+ van nu voor het vuur+ opgespaard en ze worden bewaard voor de dag van het oordeel+ en van de vernietiging der goddeloze mensen.+