64 En Jehovah* zal u stellig onder alle volken verstrooien, van het ene einde der aarde tot het andere einde der aarde,+ en daar zult gij andere goden moeten dienen, die gij niet hebt gekend, gij noch uw voorvaders, [goden van] hout en steen.+
8 Gedenk+ alstublieft het woord dat gij uw knecht Mo̱zes geboden hebt, door te zeggen: ’Mocht GIJ, van UW zijde, ontrouw handelen, dan zal ik, van mijn zijde, U onder de volken verstrooien.+
16 en ik wil hen verstrooien onder de natiën die noch zij noch hun vaderen hebben gekend,+ en ik wil hun het zwaard achternazenden, totdat ik hen uitgeroeid zal hebben.’+