12 O huis van Da̱vid,+ dit heeft Jehovah gezegd: „Velt iedere morgen+ vonnis in gerechtigheid,+ en bevrijdt de beroofde uit de hand van de afzetter,+ opdat mijn woede niet losbarst net als een vuur+ en werkelijk brandt en er niemand is om het te blussen, wegens de slechtheid van UW handelingen.”’+