15 Over u hebben allen die langs de weg voorbijgingen, in de handen geklapt.+
Zij hebben gefloten+ en bleven hun hoofd schudden+ over de dochter van Jeru̱zalem, [zeggend:]
„Is dit de stad waarvan men placht te zeggen: ’Het is de volmaakte schoonheid, een uitbundige vreugde voor de gehele aarde’?”+