8 En de mensen zijn ontsteld geraakt.+ Ja, krampen en barensweeën grijpen [hen] aan; als een barende vrouw hebben zij weeën.+ Zij kijken elkaar verbaasd aan. Hun gezichten zijn vlammende gezichten.+
3 Daarom zijn mijn heupen vol van hevige smarten geworden.+ Ja, krampen hebben mij aangegrepen, als de krampen van een barende vrouw.+ Ik ben ontdaan geworden, zodat ik niet hoor; ik ben ontsteld geraakt, zodat ik niet zie.
22 Ziet! Net als een arend zal iemand opstijgen en neerschieten,+ en hij zal zijn vleugels over Bo̱zra uitspreiden;+ en het hart van de sterke mannen van E̱dom zal op die dag werkelijk worden als het hart van de vrouw in barensnood.”+
9 Waarom nu blijft gij* zo luid schreeuwen?+ Is er geen koning in u, of is uw eigen raadsman omgekomen, zodat weeën als van een barende vrouw u hebben aangegrepen?+
3 Wanneer zij+ zeggen: „Vrede+ en zekerheid!”, dan zal een plotselinge vernietiging+ ogenblikkelijk over hen komen zoals het [barens]wee over een zwangere vrouw,+ en zij zullen geenszins ontkomen.+