29 Bovendien gaven zij de stad de naam Dan, naar de naam van hun vader, Dan,+ die aan I̱sraël geboren was.+ Niettemin was de naam van de stad oorspronkelijk La̱ïs.+
20 Bijgevolg luisterde Ben-Ha̱dad naar koning A̱sa en zond de oversten van de strijdkrachten die hij had, tegen de steden van I̱sraël en sloeg vervolgens I̱jon+ en Dan+ en A̱bel-Beth-Ma̱ächa+ en heel Ki̱nnereth, tot aan heel het land van Na̱ftali.+