27 Hij heeft dus uw knecht bij mijn heer de koning belasterd.+ Maar mijn heer de koning is als een engel+ van de [ware] God, en doe dus wat goed is in uw ogen.
19 Hij die als een lasteraar rondgaat, legt vertrouwelijke gesprekken bloot;+ en met iemand die zich door zijn lippen laat verlokken,* moogt gij geen omgang hebben.+
9 Volslagen lasteraars* hebben zich in u bevonden, met het doel bloed te vergieten;+ en op de bergen hebben zij in u gegeten.+ Losbandig gedrag hebben zij in uw midden bedreven.+