19 En ikzelf heb gezegd: ’O hoe ik ertoe overging u onder de zonen te stellen en u het begeerlijke land te geven,+ de erfelijke bezitting van het sieraad van de legerscharen der natiën!’ En ik zei verder: ’„Mijn Vader!”+ zult GIJ tot mij roepen, en GIJ zult U er niet van afkeren mij te volgen.’