15 Want dit heeft Jehovah, de God van I̱sraël, tot mij gezegd: „Neem deze beker met de wijn der woede uit mijn hand, en gij moet die* al de natiën waarheen ik u zend, laten drinken.+
12 Want dit heeft Jehovah gezegd: „Zie! Hoewel het niet hun gewoonte is de beker te drinken, zullen zij zonder mankeren drinken.+ En gijzelf, zult gij absoluut ongestraft blijven? Gij zult niet ongestraft blijven, want gij zult zonder mankeren drinken.”+
16 Want zoals gijlieden hebt gedronken op mijn heilige berg, zullen alle natiën voortdurend blijven drinken.+ En ze zullen stellig drinken en inzwelgen en worden als waren ze nooit geweest.