10 De bijl+ ligt reeds aan de wortel der bomen; elke boom dan die geen voortreffelijke vruchten voortbrengt, moet omgehakt+ en in het vuur geworpen worden.+
14 Maar laten ook de onzen leren voortreffelijke werken te blijven doen ten einde in hun dringende behoeften te voorzien,+ opdat zij niet onvruchtbaar zijn.+