6 Ingeval een vogelnest zich toevallig vóór u op de weg bevindt, in een boom of op de grond, met jongen+ of eieren, terwijl de moeder op de jongen of op de eieren zit, moogt gij niet de moeder tegelijk met het nageslacht wegnemen.+
26 Slaat oplettend de vogels+ des hemels gade, want ze zaaien niet, noch oogsten ze, noch vergaren ze in voorraadschuren; toch voedt UW hemelse Vader ze. Zijt GIJ niet meer waard dan deze?+