7 En ik wil mijn verbond gestand doen tussen mij en u+ en uw zaad na u overeenkomstig hun geslachten, als een verbond tot onbepaalde tijd,+ om mij aan u en aan uw zaad na u als God* te doen kennen.+
42 En ik zal waarlijk aan mijn verbond met Ja̱kob+ denken; en ook aan mijn verbond met I̱saäk+ en ook aan mijn verbond met A̱braham+ zal ik denken, en aan het land zal ik denken.
31 Want Jehovah, uw God, is een barmhartige God.+ Hij zal u niet in de steek laten, noch u in het verderf storten, noch het verbond van uw voorvaders vergeten,+ dat hij hun onder ede bevestigd heeft.
12 En het moet geschieden dat, omdat GIJ naar deze rechterlijke beslissingen blijft luisteren en ze werkelijk onderhoudt en volbrengt,+ Jehovah, uw God, jegens u het verbond en de liefderijke goedheid in acht moet nemen+ ten aanzien waarvan hij uw voorvaders [een eed] gezworen heeft.+