18 Een profeet zal ik voor hen verwekken uit het midden van hun broeders, gelijk gij;+ en ik zal inderdaad mijn woorden in zijn mond leggen,+ en hij zal stellig tot hen spreken alles wat ik hem gebieden zal.+
6 Want een kind is ons geboren,+ een zoon is ons gegeven;+ en de vorstelijke heerschappij* zal op zijn schouder komen.+ En zijn naam zal worden genoemd: Wonderbaar Raadgever,*+ Sterke God,*+ Eeuwige Vader,*+ Vredevorst.*+
19 En hij zei tot hen: „Welke dingen?” Zij zeiden tot hem: „De dingen aangaande Jezus de Nazarener,+ die een profeet werd+ krachtig in werk en woord voor God en het gehele volk;
22 In feite heeft Mo̱zes gezegd: ’Jehovah* God zal uit het midden van UW broeders een profeet voor U verwekken gelijk mij.+ Naar hem moet GIJ luisteren overeenkomstig alles wat hij tot U spreekt.+