28 Daarom riep Jezus, terwijl hij in de tempel onderwees, uit en zei: „GIJ kent mij en ook weet GIJ waar ik vandaan ben.+ Bovendien ben ik niet uit eigen beweging gekomen,+ maar hij die mij gezonden heeft, bestaat werkelijk,+ en GIJ kent hem niet.+
20 Jezus antwoordde hem: „Ik heb in het openbaar tot de wereld gesproken. Ik heb altijd onderwijs gegeven in een synagoge en in de tempel,+ waar alle joden bijeenkomen; en ik heb niets in het geheim gesproken.