Johannes 4:9 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 9 Daarop zei de Samaritaanse vrouw tot hem: „Hoe kunt gij, ofschoon gij een jood zijt, te drinken vragen aan mij, terwijl ik een Samaritaanse vrouw ben?” (Joden onderhouden namelijk geen betrekkingen met Samaritanen.*+)
9 Daarop zei de Samaritaanse vrouw tot hem: „Hoe kunt gij, ofschoon gij een jood zijt, te drinken vragen aan mij, terwijl ik een Samaritaanse vrouw ben?” (Joden onderhouden namelijk geen betrekkingen met Samaritanen.*+)